“… Alles wijst er op dat wij dezen weg verder zullen bewandelen, en dat de wanden onzer toekomstige straten niet meer uit afzonderlijke woningen maar uit blokken zullen bestaan.
Het is een droom zich een op deze wijze gebouwde stad in te denken; de eenheid welke wij nu te vergeefs in onze straten zoeken, zal er heerschen; eentonigheid zal er absoluut uitgesloten zijn; de bewegelijkheid der massa’s, het spel van licht en donker, de tinteling der kleuren zullen er een voortdurende bron zijn van genot zoo voor den geest als voor het oog van den modernen mensch.” (1)
(1) Huib Hoste, ‘De roeping der moderne architectuur’, in: De Stijl, jg. 1, nr. 8, juni 1918, p. 87
De Egyptenaren zijn daarentegen meesters geweest in het scheppen van open ruimten, te weten de tempel voorhoven afgezet door twee reusachtige pylonen en omringd door op zuilen rustende gaanderijen; daarin ligt reeds besloten hetgeen men later in stedenbouw zal zoeken te verwezenlijken.