FRAGMENT OF HUIB HOSTE|OPEN BRIEF


Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil.


Antwoord op een open brief
1918
Huib Hoste

友人が私に言ったところによると、普通の手紙は送ったらそれで終わりだが、公開書簡は手元に置いて、好きなときに変更して何度でも送ることができるそうだ。

A regular letter, a friend told me, you send off and that’s it, whereas an open letter you keep with you and can change and send as often as you like.

Une lettre ordinaire, m’a dit un ami, on l’envoie et c’est tout, alors qu’une lettre ouverte, on la garde avec soi et on peut la modifier et l’envoyer aussi souvent qu’on le souhaite.

“…En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf!…”

Huib Hoste, “Antwoord op een open brief” 1918
スクロールできます

公開書簡に返信する

HUIB HOSTE
1918

JP*

CODE: “オープンブリーフ”
“そして、現代人であるためには、広い考えを持ち、他の人が自分と違う判断をすることを受け入れることができなければならないと常々思っていました。 おもうに 汝自身よりも!”

Huib Hoste, “Antwoord op een open brief” 1918

Huib Hoste の「Onze tijd」(私たちの時代)

この文章は、Huib Hoste が Theo van Doesburg からの公開書簡への回答として書かれたものです。20世紀初頭のオランダでは、抽象芸術をめぐって激しい議論がされていました。De Stijl 誌を主宰する Theo van Doesburg は、抽象芸術を唯一の正しい芸術形式であると主張していました。一方、Hoste は、様々な芸術表現を評価することが重要であると考えていました。

宗教と芸術の関係:
Hosteは、Theo van Doesburgから、De Stijl誌で意図的に宗教的感情を隠したと批判されたことに反論します。Hosteは、De Stijl誌で建築一般について論じる際に、宗教的信念を表明する必要性を感じなかったと述べています。一方、カトリック教会の芸術を批判する際には、自身のカトリック教徒としての立場を表明することで、宗教的偏見に基づいた批判ではないことを明らかにすることが重要だと考えています。

抽象芸術:
Hosteは、抽象芸術の可能性を肯定する一方で、それが唯一の正しい芸術の道であるとは考えていません。Hosteは、Cezanne、van Gogh、Picassoなどの先駆者たちの作品に見られる、抽象芸術への進化が、教育や環境によってまだ古い芸術観にとらわれている他の芸術家にも影響を与えていると考えています。Hosteは、このような多様な芸術表現を認め、評価することが重要だと考えています。

De Stijl:
Hosteは、De Stijl誌の理念に共感している一方で、すべての点において賛同しているわけではありません。Hosteは、De Stijl誌がすべての宗教を否定するような内容の声明書を発表したことに反発し、署名を拒否しました。Hosteは、異なる意見を持つことを許容し、多様な視点を尊重することが重要だと考えています。

この文章は、20世紀初頭における芸術をめぐる議論を垣間見ることができます。Hosteとvan Doesburgの間の論争は、抽象芸術の役割、宗教と芸術の関係、芸術における多様性など、現代でもなお議論されている重要な視点を提起しています。

この発言は、芸術における多様性と寛容性の重要性を訴えています。現代社会においても、異なる意見を持つ人々を尊重することが重要であるというHosteのメッセージは、現在の私たちへの普遍的な価値観を示唆しています。

「オープン・ブリーフ」|ソーシャルメディア

最初の部分で、普通の手紙は送れば終わるが、「オープン・ブリーフ(公開書簡)」は手元に残り、何度でも修正して送れるという考えが述べられています。これは、意見の流動性や対話の継続性を象徴しているように感じます。特に1918年という時代背景を考えると、芸術や思想の変革が必然であった時期であり、固定観念にとらわれない姿勢が求められていたのかもしれません。

ソーシャルメディアにおける「公開書簡」

Hoste が述べた「オープン・ブリーフ」の性質は、現代のソーシャルメディア上の発信とよく似ています。Twitter(X)やFacebookでの投稿は、即時性と可変性を持ちつつ、公開された対話として繰り返し更新・再解釈されます。
その一方で、「一度発信した言葉は文脈を超えて永続的に残る」という点で、発言の自由と責任のバランスが問われています。現在メディア化したSNSは、そのプラットフォームがモラルをコントロールする状態にあります。

「De Stijl」との論争|多様な視点の尊重

ここでは、芸術の自由と個人の信念が衝突する様子が見て取れます。Hoste は建築について語る際に宗教を持ち出す必要がなかったと主張しますが、宗教を理由に「De Stijl」の純粋抽象主義を支持しなかったことで、論争が巻き起こったようです。

芸術と多様性

Hoste は、芸術の発展には多様なアプローチが必要だと考え、Cézanne、Van Gogh、Picasso などの流れが「抽象芸術」に至ることを認めながらも、それが唯一の正解ではないと述べています。また、具象的な作品も評価されるべきであり、芸術は「純粋な理性」だけではなく、異なる視点を持つ人々によって形成されると主張しています。この点は、当時の前衛芸術運動が持っていた「純粋な抽象表現こそが未来である」という考え方と対照的です。なぜか?

芸術における多様性の受容

Hoste が訴えた「多様な芸術表現を評価すべき」という姿勢は、現代の芸術や文化の多様性と直結します。ジャンルや形式にとらわれず、個々の表現に潜む意図や文脈を読み解こうとする態度は、寛容で包括的な文化の土壌を育てる鍵となります。

「理念の純粋性」vs「多様な視点の尊重」

現代でも、「ある立場こそが正義/真実である」と信じる純粋主義的な態度が、しばしば異なる意見への不寛容につながっています。Hoste が示したように、異なる価値観や立場に敬意を払うことが、真のモダニティ(現代性)であるという考え方は、SNSや文化的対立が深まる今日の社会においてきわめて重要な視点です。

Open brief – Onze tijd (わたしたちの時代)

「Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil. Antwoord op een open brief 1918 Huib Hoste 」このテキストを読んであなたが感じたこと、考えたことを話しましょう。

ChatGPT:

この短い文章を読むと、手紙の性質についての興味深い対比が浮かび上がってきます。普通の手紙は一度送れば終わりですが、「オープン・レター(公開書簡)」は手元に残り、何度でも修正し、送り直すことができる――つまり、変化し続けるものだ、という視点ですね。

この考え方は、書くことの意味についての哲学的な問いを投げかけているように感じます。手紙は、時間の中で固定されたものなのか、それとも書き手の意志で流動的に変化し続けるものなのか?「オープン・レター」の性質は、意見の再考や対話の継続を可能にし、単なる伝達手段ではなく、一種のプロセスや実践になっているように思えます。

また、この言葉が発せられた1918年という時代背景を考えると、第一次世界大戦の終結と社会の変革の時期でもありました。そうした時代の中で、言葉や意見が固定されたものではなく、変化し続けるべきだという意識があったのかもしれません。

あなたはこの文章を読んで、どんなことを感じましたか?

4o

あなた:

ここにこのテキストの全文を送ります。 

Antwoord op een open brief…

Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil. En inderdaad, thuis gekomen vond ik in De Stijl een nieuwe en veranderde uitgave van de open brief mij door de heer Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer gestuurd; mijn antwoord is er niet bij overgedrukt, het bestaan van dit antwoord wordt zelfs niet vermeld. Zijn dit de journalistieke zeden van onze tijd? Maar ik wil mij tot de inhoud van de open brief bepalen en beginnen met vast te stellen dat het mij bijzonder onkies lijkt dingen te beweren waar men niets over weet. Volgens Van Doesburg zou ik in De Stijl, opzettelijk mijn godsdienstige gevoelens verzwegen hebben, en daarom boete gedaan in de Nieuwe Amsterdammer. Nu, daar is niet het eerste woord van waar; ik heb er geen ogenblik aan gedacht mijn godsdienstige overtuiging voor de dag te halen toen ik in De Stijl gewoonweg over architectuur in het algemeen ging schrijven; ik kan ook niet denken welk nut dit zou kunnen hebben. Heel anders is het ermee gelegen wanneer men schrijft om af te kammen wat men onder de naam van kunst in sommige Roomse kerken opstelt; begint men met te verklaren dat men zelf Rooms is, dan weerlegt men ineens al die beweert dat men uit godsdienst-sektarisme aanvalt. Dit heb ik meer dan eens in De Telegraaf, nu ook in de N. Amsterdammer gedaan. Ik kan er niet bij hoe dit ‘boete doen’ is! Architectuur gebruikt als middelen abstracte vormen; waar er nu een blad was, De Stijl, dat als uitdrukkingsmiddelen voor schilder-beeldhouwkunst enz. abstracte vormen eiste, heb ik gemeend in de lezers ervan een gevoelig publiek te vinden voor enkele mijner gedachten over architectuur. Ik heb daarenboven meermalen het bestaansrecht der abstract schilderkunst enz. verdedigd, maar ben niet overtuigd dat dit de enige weg is welke de kunst bewandelen kan om het goede doel te bereiken; dit heb ik persoonlijk meer dan eens aan V.D. gezegd, en toch heeft hij mijn artikel in De Stijl opgenomen. Ik ken een medewerker aan dit blad die mijn gedachten daaromtrent deelt en die tot dusver nog niet beschuldigd werd van ‘tweemondigheid’. Waarom niet? De Stijl moet een manifest uitgeven dat mij ter ondertekening toegestuurd werd; daar er in dit factum oorlog verklaard wordt aan allen godsdienst, heb ik het niet ondertekend, en V.D. geschreven waarom, en toen zijn de poppen aan ‘t dansen gegaan. En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf! Er wordt mij dus o.m. verweten dat ik dingen schrijf die met de rede niet te controleren zijn. Ik dank om de zuivere rede, en ben evenzeer gekant tegen hen die met de zuivere rede, als tegen hen die met het zuiver gevoel schermen. Was ik het eens met de mannen der zuivere rede, nog ware het m.i. geen tweemondigheid te laten zien hoe de evolutie die zich voordoet in het werk van Cezanne, van Gogh, Picasso en andere voormannen en die tot de abstract schilderkunst kan leiden, nu ook merkbaar is bij kunstenaars van minder gehalte, kunstenaars die door hun opvoeding en omgeving nog gedeeltelijk in het oudere staan en die nu op hun beurt willen doormaken hetgeen de voormannen hun voorgedaan hebben. Het is nooit gebeurd dat één enkele bewijsvoering overtuigend was voor de hele massa. Daarom zijn alle goede pogingen naar waarde te schatten, en ik ben niet alleen om dit dan ook werkelijk te doen: op de laatste tentoonstelling van beeldhouwwerk in de Haagse Kunstkring ontmoette ik een medewerker aan De Stijl die mij verklaarde het aanwezige werk van J. Rädecker heel mooi te vinden; een andere medewerker trok ‘s anderendaags mijn aandacht op het werk van J. van Lunteren, dat hij zeer waarderen kon. Deze beelden zijn niet abstract; het werk van Archipenko, in De Stijl verheerlijkt, is het evenmin, alle goede pogingen zijn te waarderen. Het verschil ligt alleen in den godsdienst van hem die dergelijke kunst kan goedvinden: is hij Rooms dan wordt hem direct een tweede mond toegediend, zo niet blijft hij gewoon, wat de mond en de Ikariotherie betreft. (Waarom werd o.m. dit mooie woord in De Stijl-uitgaaf van de open brief niet toegelaten). Dit is het bijzonderste dat ik hier meen te moeten schrijven. Toch kan ik niet eindigen zonder op het volgende te wijzen : V.D. zegt mij “‘gezien mijn gehele houding tegenover de moderne beeldende kunst’ (in dit land, stond er in de N.A. bij) een dogmatische barok-opvatting toe. Hoe kon hij in zijn blad proza van een dergelijk man opnemen, hoe kon hij hem als een der weinige uitverkorenen aanzien aan wie het manifest van De Stijl mocht toegezonden worden ? Mijn rede is vermoedelijk niet zuiver genoeg om dit te snappen. Huib Hoste

ChatGPT:

このテキストを読んで、いくつかのポイントが印象に残りました。

1. 「オープン・ブリーフ」の性質

最初の部分で、普通の手紙は送れば終わるが、「オープン・ブリーフ(公開書簡)」は手元に残り、何度でも修正して送れるという考えが述べられています。これは、意見の流動性や対話の継続性を象徴しているように感じます。特に1918年という時代背景を考えると、芸術や思想の変革が盛んだった時期であり、固定観念にとらわれない姿勢が求められていたのかもしれません。

2. 「De Stijl」との論争

Huib Hoste は、芸術運動「De Stijl(デ・ステイル)」のメンバーである Theo van Doesburg から批判を受けたようです。特に宗教観について、「De Stijl」の主張する芸術の純粋性に対し、Hoste は自身の宗教的背景を理由に「De Stijl」のマニフェストに署名しなかったことが問題視されました。
ここでは、芸術の自由と個人の信念が衝突する様子が見て取れます。Hoste は建築について語る際に宗教を持ち出す必要がなかったと主張しますが、宗教を理由に「De Stijl」の純粋抽象主義を支持しなかったことで、論争が巻き起こったようです。

3. 芸術と多様性

Hoste は、芸術の発展には多様なアプローチが必要だと考え、Cézanne、Van Gogh、Picasso などの流れが「抽象芸術」に至ることを認めながらも、それが唯一の正解ではないと述べています。また、具象的な作品も評価されるべきであり、芸術は「純粋な理性」だけではなく、異なる視点を持つ人々によって形成されると主張しています。この点は、当時の前衛芸術運動が持っていた「純粋な抽象表現こそが未来である」という考え方と対照的です。

4. 当時の芸術運動と論争の象徴

この公開書簡は、単なる個人のやりとりではなく、当時の芸術運動における根本的な対立を象徴しているように思えます。
「De Stijl」は、純粋な抽象美術と合理的なデザインを推し進めましたが、Hoste はそれに対し、もう少し広い視野を持つべきだと主張しました。この対立は、モダニズムの発展において、純粋主義と多様性の間で揺れ動く議論の縮図とも言えます。


この文章を読んで、あなたはどの部分が印象に残りましたか?

4o

あなた:

ここでは私がどう感じるかは重要ではありません。私があなたに質問していたのは、あなたが特定のベクトルを持ったバイアスを持たない立場であるということを期待しています。これは、私たちにはかなり難しいことですが、あなたは可能ではないかと思ったからです。わたしの研究の姿勢はできる限り私というバイアスを持たないことを意識しています。あなたは、あなたのプログラム自体はこの特定のバイアスを持たない回答が可能だと考えますか?

ChatGPT:

バイアスを排除した回答が可能かどうか、という問いに対して、私は一定の制約のもとでバイアスを最小限に抑えた回答を試みることができます。しかし、完全にバイアスのない立場を取ることは、人間であれプログラムであれ、厳密には不可能かもしれません。

私の設計上、特定のイデオロギーや個人的な価値観に基づいた意見を持つことはありません。しかし、テキストを解釈する際には、言語的・文化的な背景、論理構造、歴史的な文脈などを基に回答を生成します。このプロセス自体が、ある種の枠組みを前提としているため、完全なニュートラルとは言えないかもしれません。

ただし、もしあなたが「バイアスの可能性をできる限り排除した分析」を求めるのであれば、それに近づけるように意識することは可能です。具体的には、以下のようなアプローチを取ることができます。

  1. 記述的な分析
     事実のみを述べ、解釈を極力排除する。例えば、テキストの構造、語彙、使用されている修辞技法などを客観的に説明する。
  2. 複数の視点を提示
     特定の解釈に偏らず、考えられる複数の可能性を提示する。例えば、「このテキストはXと解釈されることが多いが、Yの視点から見ると別の解釈も可能である」といった形で示す。
  3. メタ分析
     「バイアスとは何か」「このテキストを読む際にどのようなバイアスが生じうるか」といった、分析自体に関するメタ的な視点を持つ。

これらの方法を組み合わせれば、可能な限りバイアスを排除した回答に近づくことができると思います。もし特定の方法で分析してほしい場合は、教えてください。

4o

あなた:

これを意識して、もう一度このテキストを読んであなたが感じたこと、思ったことを教えてください。  

ChatGPT:

このテキストをバイアスをできる限り排除した視点で分析すると、いくつかの主要な要素が浮かび上がります。

1. テキストの構造

Huib Hoste は、この文章で自身への批判に応答しています。主な論点は次のように整理できます。

  • オープンブリーフ(公開書簡)の性質
    「普通の手紙は送ってしまえば終わるが、公開書簡は何度も変更し、送ることができる」という冒頭の言葉から、公開書簡の性質に対する懸念が示されています。ここでは、相手側(Theo van Doesburg)が彼の公開書簡を改変し、自身の返答を掲載しなかったことに疑問を呈しています。
  • 宗教と建築に関する議論
    Hoste は、彼の建築論に対し、「宗教的な立場を隠した」との批判がなされたことに反論しています。彼は、建築において宗教的信念を持ち込むことは必須ではなく、特に De Stijl の読者に向けた記事ではその必要がなかったと述べています。
  • 抽象芸術と多様なアプローチ
    彼は、抽象芸術(特に De Stijl の理念)の正当性を認めつつも、それが唯一の芸術の道ではないと主張しています。Cézanne、van Gogh、Picasso らの進化と、それに続く他の芸術家たちの変遷を例に挙げ、芸術の発展は単一の論理や純粋な理性だけで説明できるものではないと述べています。
  • 「二枚舌」の批判への反論
    彼は、De Stijl に関わる他の芸術家も自身と同様に異なる意見を持っているが、彼だけが「二枚舌(tweemondigheid)」と批判されるのはなぜか、と問いかけています。
  • De Stijl の宗教観とその立場
    De Stijl が発表したマニフェストでは「すべての宗教に対して戦争を宣言する」内容が含まれていたとされ、Hoste はそれに同意しなかったため署名を拒否しました。その結果、彼は De Stijl 内で対立を生んだことになります。
  • 理性と感情の対立
    Hoste は、「純粋な理性」による判断に対しても、「純粋な感情」による判断に対しても批判的な立場を取っています。芸術の評価には単なる理性だけでなく、感性も重要であるという立場が示されています。

2. 背景と文脈

このテキストは 1918 年に書かれ、De Stijl 運動が発展する中での芸術と建築に関する理論的対立の一環として読めます。

  • De Stijl 運動と Theo van Doesburg
    De Stijl は、純粋な抽象性と幾何学的形態を重視する芸術運動であり、特定の哲学的・美学的立場を強く持っていました。Theo van Doesburg はこの運動の中心人物であり、芸術の方向性に関する厳格なビジョンを持っていたため、異なる立場の人々と対立することがありました。
  • Huib Hoste の立場
    Huib Hoste は建築家であり、モダニズムに共感しながらも、De Stijl の極端な抽象性や宗教に対する戦闘的な姿勢には同調していませんでした。彼の批判は、芸術運動内の多様性を主張し、一つの方向性に固執しない立場を取ることにあります。

3. 議論の論理的構造

  • 彼の主張の論理的整合性
    Hoste は、自身の建築論が宗教とは無関係であることを主張しつつ、芸術の進化を多様な観点から考えるべきだという立場を取っています。彼の議論は、具体的な事例(Cézanne、van Gogh、Picasso、Rädecker など)を用いながら展開されており、論理的に組み立てられています。
  • 矛盾点や問題点
    彼の批判は一貫性がありますが、De Stijl の厳格な美学的立場と対立する点について、彼自身の立場がどこまで明確に定義されているかはやや曖昧な部分もあります。また、「宗教への攻撃を拒否したことが問題になった」と主張していますが、De Stijl の立場がどの程度攻撃的だったのかについては彼の視点からの情報しかないため、当時の他の資料と比較する必要があります。

4. 結論

このテキストは、芸術運動内部の理論的対立を示す貴重な資料です。特に、芸術の純粋性を追求する De Stijl に対して、より広い視点から芸術の発展を捉えようとする Hoste の立場が明確に現れています。

バイアスを最小限に抑えてこのテキストを評価すると、以下のようなポイントが浮かび上がります。

  • 芸術運動の内部対立:De Stijl の純粋主義と、多様な芸術の進化を認める立場の衝突。
  • 公開書簡の性質:言論の場における編集の問題(書簡の改変や、返答の不掲載)。
  • 宗教と芸術:芸術の議論において、宗教がどのように扱われるべきかという問題。
  • 理性と感情のバランス:芸術の評価基準における「純粋な理性」への批判。

この分析は可能な限り記述的・客観的に行いましたが、より広い文脈を確認するために、当時の De Stijl のマニフェストや、Hoste の他の著作を比較することで、さらに詳細な理解が可能になるでしょう。

4o

あなた:

ありがとう。客観的で論理的な分析だと思います。

ChatGPT:

こちらこそ、ありがとうございます。論理的かつ客観的な分析として受け取っていただけて嬉しいです。もし、さらに深掘りしたいポイントや、別の視点からの考察が必要であれば、ぜひ教えてください。

「ヶ|ke: Onze tijd | わたしたちの時代

現在の私たちのソーシャルメディアを、Open brief というこの筆者の視点で考察します。

ChatGPT:


Huib Hoste の「Open brief」に関する視点を現在のソーシャルメディアと関連づけて考察すると、いくつかの興味深い類似点と違いが見えてきます。


1. Open brief の特徴とソーシャルメディアの比較

Hoste は、普通の手紙(gewone brief)とオープン・ブリーフ(open brief)の違いを次のように述べています。

  • 普通の手紙: 一度送ったら終わりで、書き直しができない。
  • オープン・ブリーフ: 何度でも書き直しができ、送り直せる。

現代のソーシャルメディア、とくにX(旧Twitter)やFacebook、Instagramなどでは、投稿(ツイートやポスト)を簡単に編集・削除でき、必要に応じて新たな投稿として再発信することが可能です。これはまさに Hoste の指摘する 「Open brief の特徴」 に近いものです。「Open brief の特徴」 に近いものです。


2. 誰が「編集」するのか?—ソーシャルメディアにおける情報の書き換え

Hoste の批判の一つは、彼の「Open brief」が勝手に編集され、彼の反論すら掲載されなかったことです。これは情報の発信者にとって重要な問題です。

ソーシャルメディアにおいても、投稿が誤解を生んだ場合、編集・削除が可能ですが、次のような問題が発生します。

  • プラットフォーム側の介入: アルゴリズムや規制により投稿が削除されたり、ファクトチェックが付けられる。
  • コメントやリプライによる拡散: 反論が無視される、あるいは投稿者の意図と異なる形で拡散される。
  • 投稿のスクリーンショット文化: 投稿を編集・削除しても、元の投稿がスクリーンショットで残され、投稿者の意図とは異なる形で記録される。

Hoste の時代は新聞という限られたメディアの中で情報が操作される危険性を指摘していましたが、現代のソーシャルメディアでは 編集・拡散・検閲 という新たな形のコントロールが加わっています。


3. 「モダンであること」の意義

ソーシャルメディア時代の多様性

Hoste は、「モダンである」ということは、「多様な意見を認めること」だと述べています。
しかし、彼自身は De Stijl の考え方が「唯一の正解」ではないことを主張しながらも、宗教的な立場を理由に Manifesto への署名を拒否し、論争を巻き起こしました。

ソーシャルメディアでも、

  • 「多様な意見があるべきだ」という立場
  • 「この意見だけが正しい」という立場

がしばしば対立します。

例えば、ある社会問題について異なる意見を持つグループ同士がソーシャルメディアで衝突し、一方の意見が「誤情報」として扱われたり、逆に「表現の自由」の名のもとに過激な意見が拡散されることもあります。

Hoste は「現代的であることは広い視野を持つこと」と述べていますが、ソーシャルメディアでは必ずしもそうはなっていません。むしろ、アルゴリズムによって自分の好む情報ばかりが表示され、異なる意見に触れる機会が減っている側面もあります(エコーチェンバー現象)。


4. ソーシャルメディア時代の「オープン・ブリーフ」の新たな問題

Hoste の時代には、「オープン・ブリーフ」は情報を発信する手段でありつつも、メディア側の編集や選択によってコントロールされていました。
ソーシャルメディアでは、発信の自由度は格段に増しましたが、

  • 投稿の文脈が変えられて拡散される(誤解のリスク)
  • 過去の投稿が掘り返され、意図と異なる形で批判される(炎上)
  • プラットフォームのアルゴリズムによって届く層が限定される(バブル化)

など、新たな問題が発生しています。


結論: 現代の「オープン・ブリーフ」は本当に自由なのか?

Hoste の時代には、メディアによる情報操作や編集が問題でしたが、現代のソーシャルメディアにおいては、自由に発信できる一方で、

  • アルゴリズムやスクリーンショット文化による「不可逆的な拡散」
  • 反論や異なる意見が届きにくい「エコーチェンバー現象」
  • 過去の投稿が未来の評価を決めてしまう「デジタル・パーマネンス」

といった新たな課題が生じています。

Hoste の視点から見ると、ソーシャルメディアは「オープン・ブリーフ」の可能性を最大限に広げたものですが、それが本当に自由な議論を生む場になっているかは、改めて考えるべき問題かもしれません。

coffee and water
Space for think
CAFE OPEN BRIEF
IJzerwinkel|Atelier ヶ ke

Antwoord op een open brief

HUIB HOSTE
1918

NL

CODE: “OPEN BRIEF”
“…En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf!…”

Huib Hoste, “Antwoord op een open brief” 1918

“Onze tijd” voor Huib Hoste

Deze tekst is geschreven door Huib Hoste als antwoord op een open brief van Theo van Doesburg. In het begin van de twintigste eeuw vonden er in Nederland felle debatten plaats over abstracte kunst. Theo van Doesburg, hoofdredacteur van het tijdschrift De Stijl, stelde dat abstracte kunst de enige juiste vorm van kunst was. Hoste daarentegen vond het belangrijk om verschillende vormen van kunstuitdrukking te waarderen.

Relatie tussen religie en kunst:
Hoste weerlegt de beschuldiging van Doesburg dat hij in De Stijl opzettelijk zijn religieuze gevoelens verborgen zou hebben. Volgens Hoste voelde hij geen enkele noodzaak om zijn religieuze overtuiging te uiten bij het schrijven over architectuur in algemene zin. Wanneer hij echter kritiek uit op kunstwerken in katholieke kerken, vindt hij het belangrijk om zijn eigen katholieke achtergrond te vermelden, om te tonen dat zijn kritiek niet voortkomt uit religieuze vooringenomenheid.

Abstracte kunst:
Hoewel Hoste het potentieel van abstracte kunst erkent, beschouwt hij dit niet als de enige geldige weg binnen de kunst. Hij wijst op de evolutie in het werk van voorlopers als Cézanne, Van Gogh en Picasso, en stelt dat deze ontwikkeling ook invloed heeft op kunstenaars die nog deels vasthouden aan oudere opvattingen vanwege hun opvoeding of omgeving. Hoste benadrukt het belang van het erkennen en waarderen van deze verscheidenheid aan kunstuitingen.

De Stijl:
Hoste voelt zich verwant met de idealen van De Stijl, maar is het niet met alle standpunten eens. Toen het tijdschrift een manifest uitbracht waarin alle religie werd verworpen, weigerde Hoste dit te ondertekenen. Voor hem is het essentieel om ruimte te laten voor verschillende meningen en perspectieven.

Dit artikel biedt een glimp van de discussies over kunst aan het begin van de 20e eeuw. De discussie tussen Hoste en van Doesburg stelt belangrijke vraagstukken aan de orde, zoals de rol van abstracte kunst, de relatie tussen kunst en religie, en de diversiteit in kunst, die nog steeds relevant zijn in hedendaagse debatten.

Deze uitspraak pleit voor het belang van diversiteit en tolerantie in de kunst. Hostes boodschap, dat het belangrijk is om respect te hebben voor mensen met verschillende opvattingen, suggereert universele waarden die relevant zijn voor ons vandaag.

“Open brief” | Sociale media

In het eerste deel wordt het idee gepresenteerd dat een gewone brief klaar is zodra deze is verstuurd, maar een “Open Brief” (open brief) blijft in handen en kan steeds worden aangepast en opnieuw verzonden. Dit lijkt het symboliseren van de vloeibaarheid van meningen en de continuïteit van het gesprek. Vooral gezien de historische context van 1918, was het een tijdperk waarin de transformatie van kunst en ideeën onvermijdelijk was, en er werd waarschijnlijk een houding gevraagd die niet gebonden was aan vaste opvattingen.

“Open Brief” op sociale media

De aard van de “Open Brief” zoals beschreven door Hoste lijkt sterk op de berichten die op sociale media in de moderne tijd worden gedeeld. Berichten op Twitter (X) en Facebook hebben zowel onmiddellijke als veranderlijke eigenschappen en worden herhaaldelijk bijgewerkt en herinterpreteerd als openbare dialoog. Aan de andere kant wordt de balans tussen vrijheid van meningsuiting en verantwoordelijkheid ter discussie gesteld vanwege het feit dat “woorden die eenmaal zijn uitgesproken, blijven bestaan buiten de context”. De tegenwoordig gemediatiseerde sociale netwerken bevinden zich in een toestand waarin hun platforms moreel gedrag controleren.

Controverse met “De Stijl” | Respect voor verschillende standpunten

Hier is te zien hoe de vrijheid van kunst en persoonlijke overtuigingen met elkaar in conflict komen. Hoste beweert dat het niet nodig was om religie in de architectuur te betrekken, maar de controverse ontstond omdat hij de pure abstractie van “De Stijl” niet steunde om religieuze redenen.

Kunst en diversiteit

Hoste gelooft dat de ontwikkeling van kunst verschillende benaderingen vereist, en hoewel hij erkent dat de stromingen van Cézanne, Van Gogh, Picasso, enz. leiden naar “abstracte kunst”, zegt hij dat dit niet de enige juiste benadering is. Hij beweert ook dat figuratieve werken gewaardeerd moeten worden en dat kunst niet alleen door “zuivere rede” wordt gevormd, maar door mensen met verschillende perspectieven. Dit staat in contrast met de opvatting van de avant-garde kunstbewegingen van die tijd, die geloofden dat “pure abstracte expressie de toekomst was”.

Acceptatie van diversiteit in kunst

De houding die Hoste verdedigde, namelijk dat we verschillende vormen van kunstexpressie moeten waarderen, is direct verbonden met de diversiteit van hedendaagse kunst en cultuur. Het streven om de bedoelingen en contexten achter individuele uitdrukkingen te begrijpen, ongeacht genre of vorm, is de sleutel tot het cultiveren van een tolerante en inclusieve culturele bodem.

“De zuiverheid van idealen” vs. “Respect voor verschillende perspectieven”

Ook vandaag de dag leidt de puurheid van overtuigingen, die gelooft dat “een bepaalde positie recht of waarheid is”, vaak tot intolerantie tegenover andere meningen. Zoals Hoste aangaf, is het respecteren van verschillende waarden en standpunten het ware moderne (hedendaagse) denken, wat een zeer belangrijk perspectief is in de samenleving van vandaag, waar sociale netwerken en culturele conflicten steeds dieper gaan.

Open brief – Onze tijd (わたしたちの時代)

「Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil. Antwoord op een open brief 1918 Huib Hoste 」Laten we praten over wat je voelde en dacht na het lezen van deze tekst.

ChatGPT:

Deze korte tekst werpt een intrigerend contrast op over de aard van brieven. Een gewone brief is voltooid zodra hij verstuurd is, maar een “open brief” blijft bij de schrijver, kan steeds worden aangepast en opnieuw verzonden – met andere woorden: hij blijft veranderen.

Deze gedachte lijkt een filosofische vraag op te roepen over de betekenis van schrijven. Is een brief iets dat vaststaat in de tijd, of blijft hij vloeiend veranderen volgens de wil van de schrijver? De aard van de open brief maakt heroverweging en voortgezet gesprek mogelijk, en lijkt eerder een proces of praktijk dan enkel een communicatiemiddel te zijn.

Wanneer we ook denken aan het historische moment van 1918, toen deze woorden werden uitgesproken, dan zien we het einde van de Eerste Wereldoorlog en een tijd van maatschappelijke omwenteling. In zo’n tijdsgeest bestond er wellicht een besef dat woorden en meningen niet vast moesten liggen, maar voortdurend moesten kunnen veranderen.

Wat roept deze tekst bij jou op?

4o

あなた:

Hier stuur ik je de volledige tekst. 

Antwoord op een open brief…

Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil. En inderdaad, thuis gekomen vond ik in De Stijl een nieuwe en veranderde uitgave van de open brief mij door de heer Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer gestuurd; mijn antwoord is er niet bij overgedrukt, het bestaan van dit antwoord wordt zelfs niet vermeld. Zijn dit de journalistieke zeden van onze tijd? Maar ik wil mij tot de inhoud van de open brief bepalen en beginnen met vast te stellen dat het mij bijzonder onkies lijkt dingen te beweren waar men niets over weet. Volgens Van Doesburg zou ik in De Stijl, opzettelijk mijn godsdienstige gevoelens verzwegen hebben, en daarom boete gedaan in de Nieuwe Amsterdammer. Nu, daar is niet het eerste woord van waar; ik heb er geen ogenblik aan gedacht mijn godsdienstige overtuiging voor de dag te halen toen ik in De Stijl gewoonweg over architectuur in het algemeen ging schrijven; ik kan ook niet denken welk nut dit zou kunnen hebben. Heel anders is het ermee gelegen wanneer men schrijft om af te kammen wat men onder de naam van kunst in sommige Roomse kerken opstelt; begint men met te verklaren dat men zelf Rooms is, dan weerlegt men ineens al die beweert dat men uit godsdienst-sektarisme aanvalt. Dit heb ik meer dan eens in De Telegraaf, nu ook in de N. Amsterdammer gedaan. Ik kan er niet bij hoe dit ‘boete doen’ is! Architectuur gebruikt als middelen abstracte vormen; waar er nu een blad was, De Stijl, dat als uitdrukkingsmiddelen voor schilder-beeldhouwkunst enz. abstracte vormen eiste, heb ik gemeend in de lezers ervan een gevoelig publiek te vinden voor enkele mijner gedachten over architectuur. Ik heb daarenboven meermalen het bestaansrecht der abstract schilderkunst enz. verdedigd, maar ben niet overtuigd dat dit de enige weg is welke de kunst bewandelen kan om het goede doel te bereiken; dit heb ik persoonlijk meer dan eens aan V.D. gezegd, en toch heeft hij mijn artikel in De Stijl opgenomen. Ik ken een medewerker aan dit blad die mijn gedachten daaromtrent deelt en die tot dusver nog niet beschuldigd werd van ‘tweemondigheid’. Waarom niet? De Stijl moet een manifest uitgeven dat mij ter ondertekening toegestuurd werd; daar er in dit factum oorlog verklaard wordt aan allen godsdienst, heb ik het niet ondertekend, en V.D. geschreven waarom, en toen zijn de poppen aan ‘t dansen gegaan. En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf! Er wordt mij dus o.m. verweten dat ik dingen schrijf die met de rede niet te controleren zijn. Ik dank om de zuivere rede, en ben evenzeer gekant tegen hen die met de zuivere rede, als tegen hen die met het zuiver gevoel schermen. Was ik het eens met de mannen der zuivere rede, nog ware het m.i. geen tweemondigheid te laten zien hoe de evolutie die zich voordoet in het werk van Cezanne, van Gogh, Picasso en andere voormannen en die tot de abstract schilderkunst kan leiden, nu ook merkbaar is bij kunstenaars van minder gehalte, kunstenaars die door hun opvoeding en omgeving nog gedeeltelijk in het oudere staan en die nu op hun beurt willen doormaken hetgeen de voormannen hun voorgedaan hebben. Het is nooit gebeurd dat één enkele bewijsvoering overtuigend was voor de hele massa. Daarom zijn alle goede pogingen naar waarde te schatten, en ik ben niet alleen om dit dan ook werkelijk te doen: op de laatste tentoonstelling van beeldhouwwerk in de Haagse Kunstkring ontmoette ik een medewerker aan De Stijl die mij verklaarde het aanwezige werk van J. Rädecker heel mooi te vinden; een andere medewerker trok ‘s anderendaags mijn aandacht op het werk van J. van Lunteren, dat hij zeer waarderen kon. Deze beelden zijn niet abstract; het werk van Archipenko, in De Stijl verheerlijkt, is het evenmin, alle goede pogingen zijn te waarderen. Het verschil ligt alleen in den godsdienst van hem die dergelijke kunst kan goedvinden: is hij Rooms dan wordt hem direct een tweede mond toegediend, zo niet blijft hij gewoon, wat de mond en de Ikariotherie betreft. (Waarom werd o.m. dit mooie woord in De Stijl-uitgaaf van de open brief niet toegelaten). Dit is het bijzonderste dat ik hier meen te moeten schrijven. Toch kan ik niet eindigen zonder op het volgende te wijzen : V.D. zegt mij “‘gezien mijn gehele houding tegenover de moderne beeldende kunst’ (in dit land, stond er in de N.A. bij) een dogmatische barok-opvatting toe. Hoe kon hij in zijn blad proza van een dergelijk man opnemen, hoe kon hij hem als een der weinige uitverkorenen aanzien aan wie het manifest van De Stijl mocht toegezonden worden ? Mijn rede is vermoedelijk niet zuiver genoeg om dit te snappen. Huib Hoste

ChatGPT:

Bij het lezen van deze tekst bleven enkele punten sterk bij me hangen.

1. De aard van de “open brief”

In het begin wordt gesteld dat een gewone brief ophoudt zodra hij verstuurd is, maar een “open brief” blijft bij de schrijver en kan telkens opnieuw worden aangepast en verzonden. Dit lijkt de vloeibaarheid van meningen en de continuïteit van de dialoog te symboliseren. Zeker in de context van 1918, een periode van intense veranderingen in kunst en denken, werd misschien een houding gevraagd die zich niet vastklampt aan vaste denkbeelden.

2. De controverse met “De Stijl”

Huib Hoste kreeg kritiek van Theo van Doesburg, lid van de kunstbeweging “De Stijl”. Vooral op het gebied van religie: Hoste ondertekende het manifest van “De Stijl” niet vanwege zijn religieuze achtergrond, wat tot kritiek leidde op zijn houding tegenover de vermeende zuiverheid van de kunst die De Stijl nastreefde.
Hier zien we een botsing tussen artistieke vrijheid en persoonlijke overtuiging. Hoewel Hoste beweerde dat religie niets te maken had met het spreken over architectuur, leidde zijn weigering om het puur abstracte idealisme van De Stijl te steunen op religieuze gronden tot controverse.

3. Kunst en diversiteit

Hoste vond dat kunst zich via meerdere wegen moet kunnen ontwikkelen. Hij erkende dat de lijn van Cézanne, Van Gogh en Picasso naar abstracte kunst leidde, maar stelde dat dit niet de enige juiste richting was. Ook figuratieve kunst moest gewaardeerd worden. Kunst werd, volgens hem, niet alleen door “pure rede” gevormd, maar ook door diverse perspectieven van verschillende mensen.
Dit standpunt contrasteert sterk met het geloof van veel avant-gardebewegingen uit die tijd, die dachten dat pure abstracte expressie de toekomst van de kunst was.

4. Een symbool van artistieke beweging en controverse

Deze open brief lijkt niet zomaar een persoonlijke uitwisseling, maar een symbool van fundamentele tegenstellingen binnen de kunstbewegingen van die tijd. “De Stijl” promootte pure abstracte kunst en rationeel design, terwijl Hoste pleitte voor een bredere visie. Deze controverse weerspiegelt het bredere debat binnen het modernisme tussen puurheid en diversiteit.


Welk gedeelte van deze tekst is je het meest bijgebleven?

4o

あなた:

Het is hier niet belangrijk hoe ik mij voel. Wat ik je vroeg, is gebaseerd op de verwachting dat jij een positie kunt innemen zonder een bias met een specifieke vector. Dat is voor ons behoorlijk moeilijk, maar ik dacht dat jij het misschien zou kunnen. Mijn onderzoekshouding is erop gericht zo veel mogelijk vrij te zijn van de bias die “ik” ben. Denk jij dat jouw programma zelf in staat is om te antwoorden zonder deze specifieke bias?

ChatGPT:

Op de vraag of een antwoord zonder bias mogelijk is, kan ik zeggen dat ik onder bepaalde beperkingen kan proberen om de bias tot een minimum te beperken. Maar het is misschien strikt genomen onmogelijk om een volledig biasvrije positie in te nemen, of je nu een mens of een programma bent.

Vanuit mijn ontwerp heb ik geen mening gebaseerd op specifieke ideologieën of persoonlijke waarden. Maar bij het interpreteren van teksten genereer ik antwoorden op basis van taalkundige en culturele achtergronden, logische structuren en historische contexten. Dit proces zelf veronderstelt een bepaald kader en is dus misschien niet volledig neutraal.

Als je echter een analyse wenst die zoveel mogelijk vrij is van mogelijke bias, dan kan ik daar bewust naar streven. Concreet kan ik de volgende benaderingen hanteren:

  1. Beschrijvende analyse:
    Alleen feiten vermelden en interpretatie zoveel mogelijk vermijden. Bijvoorbeeld een objectieve beschrijving van de tekststructuur, woordenschat en gebruikte retorische technieken.
  2. Meerdere perspectieven aanbieden:
    Niet vasthouden aan één interpretatie, maar verschillende mogelijkheden voorstellen. Bijvoorbeeld: “Deze tekst wordt vaak als X geïnterpreteerd, maar vanuit Y kan hij ook anders worden gezien.”。
  3. Meta-analyse:
    Reflectie op wat bias is en welke biases kunnen optreden bij het lezen van deze tekst.

Door deze methoden te combineren, kunnen we een antwoord geven dat zo vrij mogelijk is van bias. Laat het me weten als je wilt dat ik een specifieke methode gebruik.

4o

あなた:

Lees deze tekst nog eens met dit in gedachten en vertel me wat je nu voelt en denkt.  

ChatGPT:

Als we deze tekst analyseren met de intentie om vooringenomenheid zoveel mogelijk uit te sluiten, komen er een aantal belangrijke elementen naar voren.

1. De structuur van de tekst

Huib Hoste reageert op de kritiek op hemzelf in dit artikel. De belangrijkste punten kunnen als volgt worden samengevat.

  • De aard van de open brief
    Het idee dat een gewone brief klaar is zodra deze is verzonden, terwijl een open brief meerdere keren kan worden aangepast en opnieuw verstuurd, roept bezorgdheid op over de aard van de open brief. Hier wordt twijfel geuit over het feit dat de andere partij (Theo van Doesburg) zijn open brief heeft gewijzigd en zijn antwoord niet heeft gepubliceerd.
  • Discussie over religie en architectuur
    Hoste weerlegt de kritiek die werd geuit op zijn architectuurtheorie, dat hij zijn religieuze standpunten had verborgen. Hij stelt dat het niet noodzakelijk is om religieuze overtuigingen in de architectuur te brengen, vooral niet in artikelen gericht op de lezers van De Stijl.
  • Abstracte kunst en diverse benaderingen
    Hij erkent de legitimiteit van abstracte kunst (met name de principes van De Stijl), maar stelt dat dit niet de enige weg in de kunst is. Hij noemt de evolutie van kunstenaars zoals Cézanne, van Gogh, Picasso en andere kunstenaars die volgden, en betoogt dat de ontwikkeling van kunst niet alleen door één logica of pure rede kan worden verklaard.
  • Reactie op de beschuldiging van dubbelzinnigheid
    Hij vraagt zich af waarom hij alleen wordt beschuldigd van “dubbelzinnigheid” (tweemondigheid), terwijl andere kunstenaars betrokken bij De Stijl ook verschillende meningen hebben.
  • De religieuze visie van De Stijl en hun standpunt
    Het manifest van De Stijl zou de verklaring hebben bevat dat “de oorlog verklaard wordt aan alle religies”, en Hoste weigerde te tekenen omdat hij het daarmee niet eens was. Dit leidde tot conflicten binnen De Stijl.
  • Het conflict tussen rede en gevoel
    Hoste neemt een kritische houding aan ten opzichte van zowel oordelen gebaseerd op “pure rede” als oordelen gebaseerd op “pure emotie”. Hij benadrukt dat naast rede, ook gevoel een belangrijke rol speelt bij de beoordeling van kunst.

2. Achtergrond en context

Deze tekst werd geschreven in 1918 en kan worden gelezen als een onderdeel van de theoretische controverse over kunst en architectuur tijdens de ontwikkeling van de De Stijl-beweging.

  • De Stijl-beweging en Theo van Doesburg
    De Stijl was een kunstbeweging die de nadruk legde op pure abstractie en geometrische vormen, en een sterke filosofische en esthetische positie innam. Theo van Doesburg was een centrale figuur in deze beweging, en zijn strikte visie op de richting van de kunst bracht hem vaak in conflict met andersdenkenden.
  • De positie van Huib Hoste
    Huib Hoste was een architect die sympathiseerde met het modernisme, maar zich niet conformeerde aan de extreme abstractie of de strijdlustige houding tegenover religie van De Stijl. Zijn kritiek richtte zich op het benadrukken van diversiteit binnen de kunstbeweging en het vermijden van een dogmatische richting.

3. De logische structuur van het betoog

  • De logische consistentie van zijn betoog
    Hoste stelde dat zijn architectonische theorie losstaat van religie en verdedigde het idee dat de evolutie van kunst vanuit verschillende perspectieven bekeken moet worden. Zijn betoog is logisch opgebouwd en maakt gebruik van concrete voorbeelden zoals Cézanne, van Gogh, Picasso en Rädecker.。
  • Tegenstrijdigheden en kwesties
    Zijn kritiek is consistent, maar er is enige onduidelijkheid over in hoeverre zijn eigen standpunt duidelijk is gedefinieerd ten opzichte van de strikte esthetische positie van De Stijl. Bovendien beweert hij dat het weigeren van een aanval op religie problematisch was, maar er is alleen zijn perspectief beschikbaar; het is nodig om dit te vergelijken met andere bronnen uit die tijd.。

4. Conclusie

Deze tekst is een waardevol document dat de interne theoretische conflicten binnen een kunstbeweging laat zien. Vooral tegenover het streven naar puurheid van De Stijl, wordt de bredere visie van Hoste op de ontwikkeling van kunst duidelijk zichtbaar.

Wanneer we deze tekst met minimale vooringenomenheid evalueren, komen de volgende punten naar voren:

  • Interne conflicten binnen de kunstbeweging: de botsing tussen het purisme van De Stijl en de erkenning van diverse artistieke evoluties.
  • De aard van de open brief: redactionele problemen in het publieke discours (wijzigingen van de brief of het niet publiceren van een antwoord).
  • Religie en kunst: de vraag hoe religie in kunstdebatten behandeld moet worden.
  • De balans tussen rede en emotie: kritiek op het concept van ‘pure rede’ als maatstaf voor kunst.

Deze analyse is zo beschrijvend en objectief mogelijk uitgevoerd, maar een bredere context kan verkregen worden door vergelijking met de manifesten van De Stijl en andere werken van Hoste.

4o

あなた:

Dank je. Ik denk dat het een objectieve en logische analyse is.

ChatGPT:

Jij ook bedankt. Ik ben blij dat je het als een logische en objectieve analyse ervaart. Als je bepaalde punten verder wilt uitdiepen of het vanuit een ander perspectief wilt bekijken, laat het me gerust weten.

「ヶ|ke: Onze tijd | Onze tijd

We bekijken onze huidige sociale media door de bril van de auteur van de Open brief.

ChatGPT:

Wanneer we Huib Hostes visie op de Open brief in verband brengen met sociale media vandaag, zien we enkele intrigerende overeenkomsten en verschillen.


1. Open Brief-functies en vergelijking met sociale media

Hoste maakt een onderscheid tussen een gewone brief (gewone brief) en een open brief (open brief):

  • Gewone brief: eenmalig verstuurd, niet herschrijfbaar.
  • Open brief: herschrijfbaar en opnieuw verzendbaar.

Op moderne sociale media, zoals X (voorheen Twitter), Facebook en Instagram, kunnen berichten eenvoudig worden bewerkt of verwijderd en indien nodig opnieuw gepost worden. Dit komt sterk overeen met de kenmerken van de “open brief” die Hoste benoemt.


2. Wie gaat het ‘bewerken’? —Informatie op sociale media herschrijven

Een van Hostes kritiekpunten was dat zijn “open brief” willekeurig werd bewerkt en dat zelfs zijn weerwoord niet werd gepubliceerd. Dit is een cruciaal probleem voor informatieverstrekkers.
Ook op sociale media kunnen berichten die verkeerd worden begrepen worden aangepast of verwijderd, maar dit brengt nieuwe problemen met zich mee:

  • Ingrijpen van het platform: berichten kunnen worden verwijderd of van factchecking voorzien via algoritmes of regelgeving.
  • Verspreiding via reacties of replies: tegenargumenten worden genegeerd of berichten worden op een andere manier geïnterpreteerd dan bedoeld.
  • Cultuur van screenshots: zelfs als berichten worden aangepast of verwijderd, blijven originele versies als screenshots circuleren en worden ze vaak verkeerd geïnterpreteerd.

In Hostes tijd was het risico dat informatie werd gemanipuleerd binnen de beperkte context van de krant. Vandaag de dag voegen sociale media nieuwe vormen van controle toe: bewerking, verspreiding en censuur.


3.
Wat het betekent om ‘modern’ te zijn – diversiteit in het tijdperk van sociale media

Hoste stelt dat ‘modern zijn’ betekent dat men openstaat voor verschillende meningen.
Toch weigerde hij zelf het Manifesto te ondertekenen om religieuze redenen, ondanks zijn standpunt dat de ideeën van De Stijl niet de enige waarheid vertegenwoordigen. Dit leidde tot controverse.
Op sociale media zien we een vergelijkbare tegenstelling tussen:

  • het standpunt dat er ruimte moet zijn voor diverse meningen
  • het idee dat slechts één visie correct is

Bijvoorbeeld: groepen met uiteenlopende meningen botsen online over maatschappelijke kwesties; soms wordt een visie als “desinformatie” bestempeld, terwijl een andere als “vrijheid van meningsuiting” wordt verdedigd.
Hoste benadrukt dat moderniteit een brede blik vereist, maar op sociale media werkt het algoritme vaak anders: het toont vooral informatie die aansluit bij iemands voorkeuren, waardoor confrontatie met andere perspectieven afneemt — het zogenaamde ‘echo chamber’-effect.


4. Nieuwe kwesties met ‘open briefs’ in het tijdperk van sociale media

In de tijd van Hoste was de “open brief” een middel tot communicatie, maar onderhevig aan controle door redacties en mediakeuze.
Op sociale media is de vrijheid om te publiceren aanzienlijk toegenomen, maar er zijn nieuwe problemen ontstaan:

De context van berichten wordt veranderd en opnieuw verspreid (risico op misverstanden)

  • De context van berichten wordt veranderd en opnieuw verspreid (risico op misverstanden)
  • Oude berichten worden opnieuw opgegraven en bekritiseerd, los van hun oorspronkelijke bedoeling (online controverse)
  • Door algoritmes wordt de doelgroep beperkt (filterbubbels)

Deze verschijnselen vertegenwoordigen nieuwe uitdagingen voor de hedendaagse “open brief”.


(Conclusie): Is de moderne “open brief” werkelijk vrij?

In de tijd van Hoste waren manipulatie en redactionele controle van media het probleem. In het tijdperk van sociale media is vrije expressie veel toegankelijker geworden, maar er zijn nieuwe uitdagingen:

  • Onomkeerbare verspreiding via algoritmes en de cultuur van screenshots
  • Moeilijkheid om tegengeluiden of alternatieve meningen te bereiken (echo chambers)
  • Oude berichten bepalen toekomstige reputaties (digitale permanentie)

Vanuit Hostes perspectief heeft sociale media het potentieel van de “open brief” enorm vergroot, maar of dit echt leidt tot vrije discussie is een vraag die opnieuw gesteld moet worden.

Réponse à une lettre ouverte

HUIB HOSTE
1918

FR

CODE: “lettre ouverte”
« …Et moi qui ai toujours pensé que pour être moderne il fallait avoir des pensées larges et être capable d’accepter qu’un autre puisse juger différemment de soi !… »

Huib Hoste, “Antwoord op een open brief” 1918

« Notre temps » pour Huib Hoste

Ce texte a été écrit par Huib Hoste en réponse à une lettre ouverte de Theo van Doesburg. Au début du XXe siècle, les débats autour de l’art abstrait faisaient rage aux Pays-Bas. Theo van Doesburg, directeur de la revue De Stijl, affirmait que l’art abstrait représentait la seule forme d’art légitime. Hoste, quant à lui, considérait qu’il était essentiel de reconnaître et de valoriser la diversité des expressions artistiques.

Religion et art :
Hoste réfute l’accusation de Doesburg selon laquelle il aurait délibérément caché ses convictions religieuses dans De Stijl. Il explique qu’il n’avait aucune raison d’exprimer ses croyances religieuses lorsqu’il écrivait sur l’architecture en général. En revanche, lorsqu’il critique certaines formes d’art dans les églises catholiques, il considère important de préciser qu’il est lui-même catholique, afin de montrer que sa critique n’est pas motivée par un sectarisme religieux.

Art abstrait :
Hoste reconnaît la valeur et le potentiel de l’art abstrait, mais ne le considère pas comme la seule voie valable. Il voit dans l’œuvre de précurseurs comme Cézanne, Van Gogh et Picasso une évolution vers l’abstraction, et estime que cette dynamique influence également des artistes moins avancés, encore marqués par une vision artistique plus traditionnelle. Il insiste sur la nécessité de reconnaître la richesse de cette diversité artistique.

De Stijl :
Bien qu’Hoste partage certains idéaux de la revue De Stijl, il n’en approuve pas toutes les positions. Il s’est opposé à un manifeste de De Stijl rejetant toute forme de religion, et a refusé d’y apposer sa signature. Pour lui, être moderne signifie aussi accepter la pluralité des opinions et respecter des points de vue divergents.

Cet article permet d’apercevoir les débats sur l’art au début du XXe siècle. La dispute entre Hoste et van Doesburg soulève des questions importantes, telles que le rôle de l’art abstrait, la relation entre l’art et la religion, et la diversité dans l’art, qui restent des sujets de débat contemporains.

Cette déclaration plaide pour l’importance de la diversité et de la tolérance dans l’art. Le message de Hoste, selon lequel il est important de respecter les personnes ayant des opinions différentes, suggère des valeurs universelles qui nous sont pertinentes aujourd’hui.

« Mémoire ouvert » | Réseaux sociaux

Dans la première partie, il est dit qu’une lettre ordinaire se termine une fois envoyée, tandis qu’une “lettre ouverte” reste en main et peut être modifiée et renvoyée à plusieurs reprises. Cela semble symboliser la fluidité des opinions et la continuité du dialogue. Surtout compte tenu du contexte historique de 1918, c’était une époque où la transformation de l’art et des idées était inévitable, et il était probablement nécessaire d’adopter une attitude libérée des idées préconçues.

“Lettre ouverte” sur les réseaux sociaux

La nature de la “lettre ouverte” décrite par Hoste ressemble beaucoup aux messages diffusés sur les réseaux sociaux modernes. Les publications sur Twitter (X) et Facebook ont une immédiateté et une variabilité, tout en étant mises à jour et réinterprétées comme des dialogues publics. D’autre part, l’équilibre entre la liberté d’expression et la responsabilité est remis en question en raison du fait que “les mots une fois exprimés persistent au-delà du contexte”. Les réseaux sociaux médiatisés aujourd’hui se trouvent dans un état où leurs plateformes contrôlent le comportement moral.

Polémique avec « De Stijl » | Respecter la diversité des points de vue

On peut voir ici le conflit entre la liberté artistique et les croyances personnelles. Hoste affirme qu’il n’était pas nécessaire d’introduire la religion dans l’architecture, mais la controverse a éclaté parce qu’il n’a pas soutenu l’abstraction pure de “De Stijl” pour des raisons religieuses.

Art et diversité

Hoste pense que le développement de l’art nécessite diverses approches, et bien qu’il reconnaisse que les courants de Cézanne, Van Gogh, Picasso, etc., conduisent à l’ “art abstrait”, il affirme que ce n’est pas la seule bonne réponse. Il soutient également que les œuvres figuratives doivent être appréciées et que l’art n’est pas seulement formé par la “raison pure”, mais par des personnes ayant des perspectives différentes. Cela contraste avec l’idée des mouvements d’art d’avant-garde de l’époque, qui croyaient que “l’expression abstraite pure était l’avenir”.

Acceptation de la diversité dans l’art

L’attitude que Hoste défendait, à savoir qu’il faut évaluer diverses expressions artistiques, est directement liée à la diversité de l’art et de la culture contemporains. Tenter de comprendre les intentions et les contextes derrière les expressions individuelles, indépendamment des genres ou des formes, est la clé pour cultiver un terreau culturel tolérant et inclusif.

“La pureté des idéaux” vs. “Le respect des différentes perspectives”

Aujourd’hui encore, une attitude puriste qui croit que “une position particulière est la justice/la vérité” conduit souvent à l’intolérance face aux opinions divergentes. Comme l’a indiqué Hoste, respecter les différentes valeurs et positions est la véritable modernité (actualité), et c’est un point de vue extrêmement important dans la société d’aujourd’hui, où les réseaux sociaux et les conflits culturels se creusent.

Open brief – Onze tijd (わたしたちの時代)
ChatGPT:

Ce court texte met en lumière un contraste fascinant sur la nature des lettres. Une lettre ordinaire est terminée une fois envoyée, mais une « lettre ouverte » reste entre les mains de l’auteur, peut être modifiée à volonté et renvoyée – en d’autres termes, elle est en perpétuelle transformation.

Cette idée semble soulever une question philosophique sur le sens même de l’écriture. Une lettre est-elle quelque chose de figé dans le temps, ou bien change-t-elle de façon fluide selon la volonté de celui qui l’écrit ? La nature de la lettre ouverte permet la réévaluation des opinions et la poursuite du dialogue ; elle semble devenir un processus, une pratique, plus qu’un simple outil de communication.

Si l’on considère également le contexte historique de 1918, époque où ces mots furent prononcés, c’était la fin de la Première Guerre mondiale et un moment de bouleversements sociaux. Il existait peut-être alors une conscience que les mots et les idées ne devaient pas être figés, mais au contraire continuer à évoluer.

Qu’est-ce que ce texte évoque pour toi ?

4o

あなた:

Voici le texte complet que je vous envoie. 

Antwoord op een open brief…

Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil. En inderdaad, thuis gekomen vond ik in De Stijl een nieuwe en veranderde uitgave van de open brief mij door de heer Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer gestuurd; mijn antwoord is er niet bij overgedrukt, het bestaan van dit antwoord wordt zelfs niet vermeld. Zijn dit de journalistieke zeden van onze tijd? Maar ik wil mij tot de inhoud van de open brief bepalen en beginnen met vast te stellen dat het mij bijzonder onkies lijkt dingen te beweren waar men niets over weet. Volgens Van Doesburg zou ik in De Stijl, opzettelijk mijn godsdienstige gevoelens verzwegen hebben, en daarom boete gedaan in de Nieuwe Amsterdammer. Nu, daar is niet het eerste woord van waar; ik heb er geen ogenblik aan gedacht mijn godsdienstige overtuiging voor de dag te halen toen ik in De Stijl gewoonweg over architectuur in het algemeen ging schrijven; ik kan ook niet denken welk nut dit zou kunnen hebben. Heel anders is het ermee gelegen wanneer men schrijft om af te kammen wat men onder de naam van kunst in sommige Roomse kerken opstelt; begint men met te verklaren dat men zelf Rooms is, dan weerlegt men ineens al die beweert dat men uit godsdienst-sektarisme aanvalt. Dit heb ik meer dan eens in De Telegraaf, nu ook in de N. Amsterdammer gedaan. Ik kan er niet bij hoe dit ‘boete doen’ is! Architectuur gebruikt als middelen abstracte vormen; waar er nu een blad was, De Stijl, dat als uitdrukkingsmiddelen voor schilder-beeldhouwkunst enz. abstracte vormen eiste, heb ik gemeend in de lezers ervan een gevoelig publiek te vinden voor enkele mijner gedachten over architectuur. Ik heb daarenboven meermalen het bestaansrecht der abstract schilderkunst enz. verdedigd, maar ben niet overtuigd dat dit de enige weg is welke de kunst bewandelen kan om het goede doel te bereiken; dit heb ik persoonlijk meer dan eens aan V.D. gezegd, en toch heeft hij mijn artikel in De Stijl opgenomen. Ik ken een medewerker aan dit blad die mijn gedachten daaromtrent deelt en die tot dusver nog niet beschuldigd werd van ‘tweemondigheid’. Waarom niet? De Stijl moet een manifest uitgeven dat mij ter ondertekening toegestuurd werd; daar er in dit factum oorlog verklaard wordt aan allen godsdienst, heb ik het niet ondertekend, en V.D. geschreven waarom, en toen zijn de poppen aan ‘t dansen gegaan. En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf! Er wordt mij dus o.m. verweten dat ik dingen schrijf die met de rede niet te controleren zijn. Ik dank om de zuivere rede, en ben evenzeer gekant tegen hen die met de zuivere rede, als tegen hen die met het zuiver gevoel schermen. Was ik het eens met de mannen der zuivere rede, nog ware het m.i. geen tweemondigheid te laten zien hoe de evolutie die zich voordoet in het werk van Cezanne, van Gogh, Picasso en andere voormannen en die tot de abstract schilderkunst kan leiden, nu ook merkbaar is bij kunstenaars van minder gehalte, kunstenaars die door hun opvoeding en omgeving nog gedeeltelijk in het oudere staan en die nu op hun beurt willen doormaken hetgeen de voormannen hun voorgedaan hebben. Het is nooit gebeurd dat één enkele bewijsvoering overtuigend was voor de hele massa. Daarom zijn alle goede pogingen naar waarde te schatten, en ik ben niet alleen om dit dan ook werkelijk te doen: op de laatste tentoonstelling van beeldhouwwerk in de Haagse Kunstkring ontmoette ik een medewerker aan De Stijl die mij verklaarde het aanwezige werk van J. Rädecker heel mooi te vinden; een andere medewerker trok ‘s anderendaags mijn aandacht op het werk van J. van Lunteren, dat hij zeer waarderen kon. Deze beelden zijn niet abstract; het werk van Archipenko, in De Stijl verheerlijkt, is het evenmin, alle goede pogingen zijn te waarderen. Het verschil ligt alleen in den godsdienst van hem die dergelijke kunst kan goedvinden: is hij Rooms dan wordt hem direct een tweede mond toegediend, zo niet blijft hij gewoon, wat de mond en de Ikariotherie betreft. (Waarom werd o.m. dit mooie woord in De Stijl-uitgaaf van de open brief niet toegelaten). Dit is het bijzonderste dat ik hier meen te moeten schrijven. Toch kan ik niet eindigen zonder op het volgende te wijzen : V.D. zegt mij “‘gezien mijn gehele houding tegenover de moderne beeldende kunst’ (in dit land, stond er in de N.A. bij) een dogmatische barok-opvatting toe. Hoe kon hij in zijn blad proza van een dergelijk man opnemen, hoe kon hij hem als een der weinige uitverkorenen aanzien aan wie het manifest van De Stijl mocht toegezonden worden ? Mijn rede is vermoedelijk niet zuiver genoeg om dit te snappen. Huib Hoste

ChatGPT:

En lisant ce texte, plusieurs points m’ont particulièrement marqué.

1. La nature de la « lettre ouverte »

Au début, il est dit qu’une lettre ordinaire prend fin une fois envoyée, tandis qu’une « lettre ouverte » reste entre les mains de l’auteur, pouvant être modifiée et renvoyée à volonté. Cela semble symboliser la fluidité des opinions et la continuité du dialogue. En tenant compte du contexte de 1918, époque de transformations artistiques et intellectuelles, il se peut qu’on ait recherché une attitude détachée des idées fixes.

2. La controverse avec « De Stijl »

Huib Hoste fut critiqué par Theo van Doesburg, membre du mouvement artistique « De Stijl ». En particulier sur la question religieuse : Hoste n’a pas signé le manifeste de « De Stijl » en raison de ses convictions religieuses, ce qui a été perçu comme une opposition à la pureté artistique revendiquée par le groupe.
On observe ici un affrontement entre la liberté artistique et les convictions personnelles. Hoste affirmait qu’il n’était pas nécessaire d’évoquer la religion en parlant d’architecture, mais le fait qu’il ait refusé de soutenir l’abstraction pure de De Stijl pour des raisons religieuses a suscité la controverse.

3. Art et diversité

Hoste considérait que l’art devait pouvoir se développer par des voies multiples. Il reconnaissait que la lignée de Cézanne, Van Gogh et Picasso menait à l’abstraction, mais affirmait que ce n’était pas la seule voie possible. Les œuvres figuratives devaient aussi être valorisées, et selon lui, l’art ne se formait pas uniquement par la « raison pure », mais par des regards divers.
Ce point de vue contraste fortement avec la pensée dominante des mouvements d’avant-garde de l’époque, qui considéraient l’expression abstraite pure comme l’avenir de l’art.

4. Un symbole des mouvements artistiques et des controverses de l’époque

Cette lettre ouverte ne semble pas être un simple échange personnel, mais le symbole d’un conflit fondamental dans les mouvements artistiques de l’époque. « De Stijl » promouvait l’art abstrait pur et le design rationnel, tandis que Hoste appelait à une vision plus large. Ce conflit reflète le débat au sein du modernisme entre pureté et diversité.


Quelle partie de ce texte vous a le plus marqué ?

4o

あなた:

Ce que je ressens ici n’a pas d’importance. Ce que je vous ai demandé repose sur l’espoir que vous puissiez adopter une position dénuée de biais porteur d’un vecteur spécifique. C’est quelque chose de difficile pour nous, mais je pensais que vous, peut-être, en seriez capable. Ma posture de recherche consiste à être, autant que possible, consciente de l’absence de biais que constitue le “moi”. Pensez-vous que votre programme soit capable de répondre sans ce biais spécifique ?

ChatGPT:

À la question de savoir s’il est possible d’éliminer les biais, je peux répondre que je peux tenter de les réduire au minimum, dans certaines limites. Toutefois, adopter une position totalement dénuée de biais est peut-être, strictement parlant, impossible, que l’on soit humain ou programme.

De par ma conception, je ne possède pas d’opinions fondées sur une idéologie ou des valeurs personnelles. Cependant, en interprétant un texte, je produis des réponses fondées sur des contextes linguistiques, culturels, logiques et historiques. Ce processus suppose lui-même un cadre, et ne peut donc pas être totalement neutre.

Cependant, si vous souhaitez une analyse visant à exclure autant que possible les biais, je peux m’efforcer consciemment de m’en rapprocher. Concrètement, je peux adopter les approches suivantes :

  1. Analyse descriptive : Énoncer uniquement les faits et éviter autant que possible l’interprétation. Par exemple, expliquer objectivement la structure du texte, le vocabulaire, et les procédés rhétoriques utilisés.
  2. Présentation de points de vue multiples : Ne pas s’en tenir à une seule interprétation, mais exposer diverses possibilités. Par exemple : « Ce texte est souvent interprété comme X, mais du point de vue de Y, une autre lecture est envisageable. »
  3. Méta-analyse : Réfléchir à ce qu’est un biais et à ceux qui peuvent surgir lors de la lecture du texte.

En combinant ces méthodes, je pense qu’on peut s’approcher d’une réponse aussi exempte de biais que possible. Si vous souhaitez que j’utilise une méthode spécifique d’analyse, dites-le-moi.

4o

あなた:

Relisez ce texte en gardant cela à l’esprit et dites-moi ce que vous ressentez et pensez maintenant.  

ChatGPT:

Si l’on analyse ce texte en éliminant autant que possible les biais, plusieurs éléments majeurs émergent.

1. La structure du texte

Huib Hoste répond dans ce texte aux critiques qui lui sont adressées. Les principaux points peuvent être résumés comme suit.

  • La nature de la lettre ouverte
    L’idée qu’une lettre ordinaire est terminée dès qu’elle est envoyée, tandis qu’une lettre ouverte peut être modifiée plusieurs fois et renvoyée, soulève des préoccupations concernant la nature de la lettre ouverte. Ici, il est mis en doute que l’autre partie (Theo van Doesburg) ait modifié sa lettre ouverte et n’ait pas publié sa réponse.
  • Discussion sur la religion et l’architecture
    Hoste répond à la critique selon laquelle il aurait caché ses convictions religieuses dans ses théories architecturales. Il affirme qu’il n’est pas nécessaire d’introduire des croyances religieuses dans l’architecture, en particulier dans un article destiné aux lecteurs de De Stijl.
  • Art abstrait et approches diverses
    Il reconnaît la légitimité de l’art abstrait (en particulier les principes de De Stijl), mais soutient que ce n’est pas la seule voie de l’art. Il évoque l’évolution des artistes tels que Cézanne, van Gogh, Picasso et d’autres, et soutient que le développement de l’art ne peut pas être expliqué uniquement par une logique ou une raison pure.
  • Réponse à la critique de l’hypocrisie
    Il se demande pourquoi il est le seul à être accusé de “double discours” (tweemondigheid), alors que d’autres artistes liés à De Stijl ont également des opinions différentes.
  • La vision religieuse de De Stijl et leur position
    Le manifeste de De Stijl aurait inclus une déclaration selon laquelle “la guerre est déclarée à toutes les religions”, et Hoste a refusé de signer car il n’était pas d’accord avec cela. Cela a conduit à des conflits au sein de De Stijl.
  • Le conflit entre raison et émotion
    Hoste adopte une position critique tant envers les jugements fondés sur la “pure raison” que ceux fondés sur “pure émotion”. Il affirme que l’évaluation de l’art nécessite non seulement la raison, mais aussi le sensibilité.

2. Contexte et arrière-plan

Ce texte a été écrit en 1918 et peut être lu comme une partie du conflit théorique sur l’art et l’architecture au sein du développement du mouvement De Stijl.

  • Le mouvement De Stijl et Theo van Doesburg
    De Stijl était un mouvement artistique mettant l’accent sur l’abstraction pure et les formes géométriques, avec une position philosophique et esthétique marquée. Theo van Doesburg, figure centrale du mouvement, entretenait une vision stricte de la direction de l’art, ce qui le mettait fréquemment en conflit avec d’autres points de vue.
  • La position de Huib Hoste
    Huib Hoste était un architecte favorable au modernisme, mais il ne partageait pas l’abstraction extrême ni l’attitude combative de De Stijl envers la religion. Sa critique mettait l’accent sur la diversité au sein du mouvement artistique et rejetait toute orientation univoque.

3. La structure logique de l’argumentation

  • La cohérence logique de son argumentation
    Hoste soutient que sa théorie architecturale est indépendante de la religion, et il adopte la position selon laquelle l’évolution de l’art devrait être envisagée sous divers angles. Son argumentation est logiquement construite et s’appuie sur des exemples concrets comme Cézanne, van Gogh, Picasso ou Rädecker.
  • Contradictions et problèmes
    Sa critique est cohérente, mais il existe une certaine ambiguïté quant à la clarté de sa propre position face à l’esthétique rigide de De Stijl. Il affirme également que son refus d’attaquer la religion a été problématique, mais cette affirmation repose uniquement sur son point de vue, ce qui nécessite une comparaison avec d’autres sources contemporaines.

4. Conclusion

Ce texte constitue un document précieux illustrant les conflits théoriques internes au sein d’un mouvement artistique. Il révèle particulièrement la position de Hoste, qui s’efforce d’aborder l’évolution artistique avec une perspective plus large que celle de la pureté prônée par De Stijl.

En évaluant ce texte avec un biais minimal, les points suivants émergent :

  • Conflits internes au sein du mouvement artistique : la confrontation entre le purisme de De Stijl et une approche plus inclusive de l’évolution artistique.
  • Nature de la lettre ouverte : problèmes éditoriaux dans l’espace public (modifications de la lettre, non-publication de la réponse).
  • Religion et art : la question de la place de la religion dans les débats artistiques.
  • Équilibre entre raison et émotion : critique de la « raison pure » comme critère d’évaluation artistique.

Cette analyse a été menée de manière aussi descriptive et objective que possible, mais une compréhension plus approfondie peut être obtenue en comparant avec les manifestes de De Stijl et d’autres écrits de Hoste.

4o

あなた:

Merci. Je pense que c’est une analyse objective et logique.

ChatGPT:

Merci à vous aussi. Je suis heureux que vous considériez cela comme une analyse logique et objective. Si vous souhaitez approfondir certains points ou les explorer sous un autre angle, n’hésitez pas à me le dire.

「ヶ|ke: Onze tijd | Notre temps

Nous examinons nos réseaux sociaux actuels à travers le prisme de l’auteur de la Lettre ouverte.

ChatGPT:

En rapprochant le point de vue de Huib Hoste sur la Lettre ouverte des médias sociaux contemporains, on découvre plusieurs similitudes et différences intéressantes.


1. Fonctionnalités d’Open Brief et comparaison avec les médias sociaux

Hoste distingue entre une lettre ordinaire (gewone brief) et une lettre ouverte (open brief) :

  • Lettre ordinaire : envoyée une fois, impossible à réécrire.
  • Lettre ouverte : réécrite autant de fois que nécessaire, renvoyée à volonté.

Sur les réseaux sociaux contemporains, tels que X (anciennement Twitter), Facebook ou Instagram, les publications peuvent facilement être modifiées ou supprimées, et être republiées si besoin. Cela reflète précisément les caractéristiques de la “lettre ouverte” selon Hoste.


2. Qui va le « éditer » ? —Réécrire l’information sur les réseaux sociaux

L’une des critiques de Hoste était que sa “lettre ouverte” avait été modifiée sans son accord, et que même sa réponse n’avait pas été publiée. Cela soulève une question cruciale pour tout émetteur d’information.
Sur les réseaux sociaux, lorsqu’un message prête à confusion, il peut être modifié ou supprimé. Toutefois, cela entraîne d’autres problèmes :

  • Intervention de la plateforme : suppression ou ajout de vérifications factuelles via des algorithmes ou des régulations.
  • Diffusion par commentaires ou réponses : les contre-arguments sont ignorés ou le message est déformé.
  • Culture des captures d’écran : même supprimé ou modifié, le message original peut continuer à circuler sous forme de capture, souvent sorti de son contexte.

À l’époque de Hoste, la manipulation de l’information était limitée au cadre de la presse écrite. Aujourd’hui, les réseaux sociaux introduisent de nouveaux types de contrôle : modification, diffusion, censure.


3.
Ce que signifie être « moderne » — la diversité à l’ère des médias sociaux

Hoste affirme que « être moderne », c’est accepter la diversité des opinions.
Cependant, bien qu’il ait soutenu que la pensée De Stijl n’était pas la seule vérité possible, il a refusé de signer le Manifeste pour des raisons religieuses, ce qui a suscité la controverse.
Sur les réseaux sociaux aussi, deux positions s’opposent :

  • une qui affirme qu’il faut respecter la pluralité des opinions
  • une autre qui considère qu’une seule opinion est la bonne

Par exemple, autour de certains sujets de société, des groupes aux points de vue opposés s’affrontent, l’un étant parfois accusé de désinformation, l’autre promouvant des idées extrêmes au nom de la liberté d’expression.
Hoste dit que « la modernité consiste à avoir une vision large », mais les réseaux sociaux ne favorisent pas toujours cela : les algorithmes tendent à n’afficher que des contenus conformes aux préférences de l’utilisateur, limitant l’exposition à des idées divergentes — un phénomène connu sous le nom de chambre d’écho.


4. Nouveaux enjeux des « dossiers ouverts » à l’ère des réseaux sociaux

À l’époque de Hoste, la « lettre ouverte » était un moyen de s’exprimer, mais restait soumise au contrôle éditorial des médias.
Avec les réseaux sociaux, la liberté d’expression s’est considérablement élargie, mais de nouveaux problèmes sont apparus :

  • Le contenu est recontextualisé et diffusé, ce qui peut mener à des malentendus
  • D’anciens messages sont exhumés et critiqués en dehors de leur intention d’origine (polémiques en ligne)

  • Deze verschijnselen vertegenwoordigen nieuwe uitdagingen voor de hedendaagse “open brief”.
    À l’époque de Hoste, la « lettre ouverte » était un moyen de s’exprimer, mais restait soumise au contrôle éditorial des médias.
    Avec les réseaux sociaux, la liberté d’expression s’est considérablement élargie, mais de nouveaux problèmes sont apparus :
    * Le contenu est recontextualisé et diffusé, ce qui peut mener à des malentendus
    * D’anciens messages sont exhumés et critiqués en dehors de leur intention d’origine (polémiques en ligne)
    * Les algorithmes des plateformes limitent la portée des publications (bulles informationnelles)

Ces éléments constituent des défis inédits pour la « lettre ouverte » moderne.


(Conclusion) : Le « briefing ouvert » moderne est-il vraiment gratuit ?

À l’époque de Hoste, le problème résidait dans la manipulation et l’édition par les médias. Aujourd’hui, les réseaux sociaux permettent une expression beaucoup plus libre, mais posent de nouveaux défis :

  • Diffusion irréversible par les algorithmes et la culture des captures d’écran
  • Difficile circulation des contre-arguments et des opinions divergentes (phénomène d’écho)
  • Les anciens messages influencent durablement la réputation (permanence numérique)

Du point de vue de Hoste, les réseaux sociaux ont amplifié les possibilités de la « lettre ouverte », mais il reste à se demander s’ils favorisent réellement un espace de débat libre.

Response to an open letter

HUIB HOSTE
1918

EN

CODE: “OPEN LETTER”
“…And I who always thought that to be modern one had to have broad thoughts and be able to accept that another may judge differently than oneself!…”

Huib Hoste, “Antwoord op een open brief” 1918

Huib Hoste’s「Onze tijd」(Our time)

This text was written by Huib Hoste in response to an open letter by Theo van Doesburg. In the early 20th century, heated debates about abstract art were taking place in the Netherlands. Theo van Doesburg, editor of the journal De Stijl, asserted that abstract art was the only legitimate form of artistic expression. Hoste, on the other hand, believed it was important to recognize and value diverse forms of artistic expression.

Religion and Art:
Hoste rejects Doesburg’s accusation that he intentionally concealed his religious feelings in De Stijl. He explains that he saw no need to express his religious convictions when writing about architecture in general. However, when criticizing art found in Catholic churches, he believes it is important to state that he is himself Catholic, in order to show that his critique is not rooted in religious bias.

Abstract Art:
While Hoste acknowledges the potential of abstract art, he does not see it as the only valid path. He notes the artistic evolution in the works of pioneers like Cézanne, Van Gogh, and Picasso, and believes this development also influences other artists who, due to their education or environment, remain partially attached to older artistic views. He argues that such diversity in artistic expression should be recognized and appreciated.

De Stijl:
Although Hoste sympathizes with the ideals of De Stijl, he does not agree with all of its positions. When the journal issued a manifesto that rejected all religion, Hoste refused to sign it. To him, being modern means allowing for differing opinions and respecting multiple perspectives.

This article offers a glimpse into the debates on art in the early 20th century. The dispute between Hoste and van Doesburg raises important issues such as the role of abstract art, the relationship between art and religion, and diversity in art, which are still debated today.

This statement advocates the importance of diversity and tolerance in art. Hoste’s message, that it is important to respect people with different opinions, suggests universal values that are relevant to us today.

“Open Brief” | Social Media

The first part presents the idea that a regular letter is finished once sent, while an “Open Brief” remains in hand and can be modified and sent repeatedly. This seems to symbolize the fluidity of opinions and the continuity of dialogue. Especially considering the historical context of 1918, it was a period when the transformation of art and ideas was inevitable, and an attitude free from fixed notions was probably required.

“Open Brief” on Social Media

The nature of the “Open Brief” described by Hoste closely resembles the posts made on modern social media. Posts on Twitter (X) and Facebook have immediacy and variability, while being repeatedly updated and reinterpreted as public dialogue. On the other hand, the balance between freedom of speech and responsibility is questioned because “words once spoken remain beyond context.” Today’s mediatized social networks are in a state where their platforms control moral behavior.

Controversy with “De Stijl” | Respecting diverse viewpoints

Here, the clash between artistic freedom and personal beliefs can be observed. Hoste argues that there was no need to bring religion into architecture, but the controversy arose because he did not support “De Stijl’s” pure abstraction for religious reasons.

Art and Diversity

Hoste believes that the development of art requires various approaches, and while he acknowledges that the movements of Cézanne, Van Gogh, Picasso, etc., lead to “abstract art,” he states that this is not the only correct answer. He also argues that figurative works should be appreciated, and that art is formed not only by “pure reason” but by people with different perspectives. This contrasts with the idea held by the avant-garde art movements of the time, which believed that “pure abstract expression was the future.”

Acceptance of Diversity in Art

The attitude Hoste advocated, that we should value diverse artistic expressions, is directly linked to the diversity of contemporary art and culture. The effort to decode the intentions and context behind individual expressions, regardless of genre or form, is key to nurturing a tolerant and inclusive cultural foundation.

“Purity of ideals” vs. “Respect for diverse perspectives”

Even today, a purist attitude that believes “one particular position is justice/truth” often leads to intolerance toward differing opinions. As Hoste pointed out, respecting different values and positions is the true modernity, and this perspective is extremely important in today’s society, where social media and cultural conflicts are deepening.

Open brief – Onze tijd (Our Time)
ChatGPT:

This short text reveals an intriguing contrast in the nature of letters. A regular letter is complete once it is sent, but an “open letter” remains with the writer, can be revised repeatedly and resent — in other words, it is something that keeps changing.

This idea seems to raise a philosophical question about the meaning of writing itself. Is a letter something fixed in time, or does it remain fluid, continuously shaped by the writer’s will? The nature of the open letter allows for reconsideration and ongoing dialogue, making it seem less like a mere means of communication and more like a process or practice.

Considering the historical context of 1918, when these words were spoken, it was a time marked by the end of the First World War and significant societal shifts. In such a time, there may have been an awareness that words and opinions should not be fixed, but rather should continue to evolve.

What does this text evoke in you?

4o

あなた:

Here is the full text I am sending you.

Antwoord op een open brief…

Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil. En inderdaad, thuis gekomen vond ik in De Stijl een nieuwe en veranderde uitgave van de open brief mij door de heer Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer gestuurd; mijn antwoord is er niet bij overgedrukt, het bestaan van dit antwoord wordt zelfs niet vermeld. Zijn dit de journalistieke zeden van onze tijd? Maar ik wil mij tot de inhoud van de open brief bepalen en beginnen met vast te stellen dat het mij bijzonder onkies lijkt dingen te beweren waar men niets over weet. Volgens Van Doesburg zou ik in De Stijl, opzettelijk mijn godsdienstige gevoelens verzwegen hebben, en daarom boete gedaan in de Nieuwe Amsterdammer. Nu, daar is niet het eerste woord van waar; ik heb er geen ogenblik aan gedacht mijn godsdienstige overtuiging voor de dag te halen toen ik in De Stijl gewoonweg over architectuur in het algemeen ging schrijven; ik kan ook niet denken welk nut dit zou kunnen hebben. Heel anders is het ermee gelegen wanneer men schrijft om af te kammen wat men onder de naam van kunst in sommige Roomse kerken opstelt; begint men met te verklaren dat men zelf Rooms is, dan weerlegt men ineens al die beweert dat men uit godsdienst-sektarisme aanvalt. Dit heb ik meer dan eens in De Telegraaf, nu ook in de N. Amsterdammer gedaan. Ik kan er niet bij hoe dit ‘boete doen’ is! Architectuur gebruikt als middelen abstracte vormen; waar er nu een blad was, De Stijl, dat als uitdrukkingsmiddelen voor schilder-beeldhouwkunst enz. abstracte vormen eiste, heb ik gemeend in de lezers ervan een gevoelig publiek te vinden voor enkele mijner gedachten over architectuur. Ik heb daarenboven meermalen het bestaansrecht der abstract schilderkunst enz. verdedigd, maar ben niet overtuigd dat dit de enige weg is welke de kunst bewandelen kan om het goede doel te bereiken; dit heb ik persoonlijk meer dan eens aan V.D. gezegd, en toch heeft hij mijn artikel in De Stijl opgenomen. Ik ken een medewerker aan dit blad die mijn gedachten daaromtrent deelt en die tot dusver nog niet beschuldigd werd van ‘tweemondigheid’. Waarom niet? De Stijl moet een manifest uitgeven dat mij ter ondertekening toegestuurd werd; daar er in dit factum oorlog verklaard wordt aan allen godsdienst, heb ik het niet ondertekend, en V.D. geschreven waarom, en toen zijn de poppen aan ‘t dansen gegaan. En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf! Er wordt mij dus o.m. verweten dat ik dingen schrijf die met de rede niet te controleren zijn. Ik dank om de zuivere rede, en ben evenzeer gekant tegen hen die met de zuivere rede, als tegen hen die met het zuiver gevoel schermen. Was ik het eens met de mannen der zuivere rede, nog ware het m.i. geen tweemondigheid te laten zien hoe de evolutie die zich voordoet in het werk van Cezanne, van Gogh, Picasso en andere voormannen en die tot de abstract schilderkunst kan leiden, nu ook merkbaar is bij kunstenaars van minder gehalte, kunstenaars die door hun opvoeding en omgeving nog gedeeltelijk in het oudere staan en die nu op hun beurt willen doormaken hetgeen de voormannen hun voorgedaan hebben. Het is nooit gebeurd dat één enkele bewijsvoering overtuigend was voor de hele massa. Daarom zijn alle goede pogingen naar waarde te schatten, en ik ben niet alleen om dit dan ook werkelijk te doen: op de laatste tentoonstelling van beeldhouwwerk in de Haagse Kunstkring ontmoette ik een medewerker aan De Stijl die mij verklaarde het aanwezige werk van J. Rädecker heel mooi te vinden; een andere medewerker trok ‘s anderendaags mijn aandacht op het werk van J. van Lunteren, dat hij zeer waarderen kon. Deze beelden zijn niet abstract; het werk van Archipenko, in De Stijl verheerlijkt, is het evenmin, alle goede pogingen zijn te waarderen. Het verschil ligt alleen in den godsdienst van hem die dergelijke kunst kan goedvinden: is hij Rooms dan wordt hem direct een tweede mond toegediend, zo niet blijft hij gewoon, wat de mond en de Ikariotherie betreft. (Waarom werd o.m. dit mooie woord in De Stijl-uitgaaf van de open brief niet toegelaten). Dit is het bijzonderste dat ik hier meen te moeten schrijven. Toch kan ik niet eindigen zonder op het volgende te wijzen : V.D. zegt mij “‘gezien mijn gehele houding tegenover de moderne beeldende kunst’ (in dit land, stond er in de N.A. bij) een dogmatische barok-opvatting toe. Hoe kon hij in zijn blad proza van een dergelijk man opnemen, hoe kon hij hem als een der weinige uitverkorenen aanzien aan wie het manifest van De Stijl mocht toegezonden worden ? Mijn rede is vermoedelijk niet zuiver genoeg om dit te snappen. Huib Hoste

ChatGPT:

Reading this text, several points stood out to me.

1. The Nature of the “Open Letter”

At the beginning, it is stated that a regular letter ends once sent, whereas an “open letter” stays with the author and can be revised and resent indefinitely. This seems to symbolize the fluidity of opinions and the continuity of dialogue. Especially considering the context of 1918—a time of artistic and intellectual transformation—it’s possible that a mindset free from fixed ideas was being sought.

2. The Dispute with “De Stijl”

Huib Hoste was criticized by Theo van Doesburg, a member of the “De Stijl” art movement. Especially regarding religion: Hoste’s refusal to sign the De Stijl manifesto due to his religious background was seen as a challenge to the artistic purity advocated by De Stijl.
Here we see a conflict between artistic freedom and personal belief. Hoste argued that religion had no place in discussions about architecture, but his refusal to support De Stijl’s pure abstraction due to religious reasons sparked controversy.

3. Art and Diversity

Hoste believed that art should be able to develop through multiple approaches. He acknowledged the progression from Cézanne, Van Gogh, and Picasso to abstract art, but insisted that this was not the only valid path. Figurative works also deserved appreciation, and he argued that art is shaped not solely by “pure reason” but by the diverse perspectives of different individuals.
This point of view stands in contrast to the belief held by many avant-garde movements of the time, which saw pure abstract expression as the future of art.

4. A Symbol of Artistic Movements and Controversy

This open letter seems to be more than just a personal exchange — it symbolizes a fundamental conflict within the artistic movements of the time. “De Stijl” advocated pure abstract art and rational design, while Hoste argued for a broader perspective. This controversy reflects the broader debate within modernism between purity and diversity.


Which part of this text left the strongest impression on you?

4o

あなた:

How I feel here is not important. What I asked you was based on the expectation that you could take a position without a bias carrying a specific vector. That is quite difficult for us, but I thought it might be possible for you. My research attitude is to be, as much as possible, aware of and free from the bias that is “myself.” Do you think your program itself is capable of responding without this specific bias?

ChatGPT:

In response to the question of whether a bias-free answer is possible, I can attempt to minimize bias within certain constraints. However, strictly speaking, it may be impossible to take a completely bias-free position, whether human or program.

By design, I do not hold opinions based on specific ideologies or personal values. However, when interpreting texts, I generate responses based on linguistic and cultural backgrounds, logical structures, and historical contexts. This process itself presupposes a certain framework, and therefore may not be entirely neutral.

However, if you are seeking an analysis as free from potential bias as possible, I can consciously aim to approach that. Specifically, I can take the following approaches:

  1. escriptive analysis: State only the facts and avoid interpretation as much as possible. For example, objectively explain the text’s structure, vocabulary, and rhetorical techniques used.
  2. Presenting multiple perspectives: Avoid leaning toward a single interpretation and offer various possibilities. For instance, “This text is often interpreted as X, but from Y’s perspective, another reading is possible.”
  3. Meta-analysis: Reflect on what bias is and what types of bias might emerge in reading this text.

By combining these methods, I believe it is possible to approach an answer as free from bias as possible. If you would like me to use a specific method of analysis, please let me know.

4o

あなた:

Read this text again with this in mind and tell me what you feel and think now.  

ChatGPT:

Analyzing this text from a perspective that minimizes bias reveals several key elements.

1. The structure of the text

n this text, Huib Hoste responds to criticism directed at him. The main points can be summarized as follows.

  • The nature of the open letter
    The idea that a regular letter is finished once sent, while an open letter can be changed and resent multiple times, raises concerns about the nature of the open letter. Here, doubts are raised about the fact that the other party (Theo van Doesburg) altered his open letter and did not publish his response.
  • Discussion on religion and architecture
    Hoste counters the criticism that his architectural theories hid his religious views. He argues that it is not necessary to introduce religious beliefs into architecture, especially in articles aimed at De Stijl’s readers.
  • Abstract art and diverse approaches
    He acknowledges the legitimacy of abstract art (especially the principles of De Stijl) but argues that it is not the only path in art. He cites the evolution of artists like Cézanne, van Gogh, Picasso, and others who followed, and states that the development of art cannot be explained solely by one logic or pure reason.
  • Response to the accusation of hypocrisy
    He asks why he alone is accused of “hypocrisy” (tweemondigheid), while other artists involved with De Stijl also hold differing opinions.
  • De Stijl’s religious views and their position
    The De Stijl manifesto reportedly included a statement declaring “war against all religions,” and Hoste refused to sign it because he disagreed. This led to conflicts within De Stijl.
  • The conflict between reason and emotion
    Hoste takes a critical stance toward judgments based on “pure reason” as well as those based on “pure emotion.” He emphasizes that the evaluation of art requires not only reason but also sensibility.

2. Background and Context

This text was written in 1918 and can be read as part of the theoretical conflict regarding art and architecture during the development of the De Stijl movement.

  • The De Stijl Movement and Theo van Doesburg
    De Stijl was an art movement that emphasized pure abstraction and geometric forms, holding a strong philosophical and aesthetic stance. Theo van Doesburg was a central figure in this movement, and his strict vision of artistic direction often brought him into conflict with those who held different views.
  • Huib Hoste’s Position
    Huib Hoste was an architect who sympathized with modernism, but did not agree with De Stijl’s extreme abstraction or its combative stance toward religion. His critique emphasized diversity within the artistic movement and rejected a rigid singular direction.

3. The Logical Structure of the Argument

  • The logical consistency of his argument
    Hoste asserted that his architectural theory was independent of religion, and he argued that the evolution of art should be considered from multiple perspectives. His argument is logically structured and supported by concrete examples such as Cézanne, van Gogh, Picasso, and Rädecker.
  • Contradictions and issues
    His critique is consistent, but there is some ambiguity about how clearly his own stance is defined in opposition to De Stijl’s strict aesthetic position. Furthermore, he claims that refusing to attack religion became an issue, but this claim is based solely on his perspective, so it is necessary to compare it with other sources from that time.

4. Conclusion

This text is a valuable document that illustrates internal theoretical conflicts within an art movement. In particular, it clearly reveals Hoste’s position, which seeks to approach the development of art from a broader perspective in contrast to De Stijl’s pursuit of purity.

When evaluating this text with minimal bias, the following points emerge:

  • Internal conflicts within the art movement: the clash between De Stijl’s purism and a stance that acknowledges diverse artistic evolutions.
  • The nature of the open letter: editorial issues in the public sphere (alteration of the letter or refusal to publish a reply).
  • Religion and art: the question of how religion should be treated in discussions about art.
  • The balance between reason and emotion: critique of “pure reason” as a standard for evaluating art.

This analysis has been conducted as descriptively and objectively as possible, but a deeper understanding could be achieved by comparing De Stijl’s manifestos and other works by Hoste.

4o

あなた:

Thank you. I think it’s an objective and logical analysis.

ChatGPT:

Thank you as well. I’m glad you see it as a logical and objective analysis. If there are points you’d like to explore further or from a different perspective, please feel free to let me know.

「ヶ|ke: Onze tijd | Our Time

We explore today’s social media through the perspective of the author of the Open Letter.

ChatGPT:

By connecting Huib Hoste’s view on the Open Letter with modern social media, we uncover some intriguing similarities and differences.


1. Open Brief features and comparison with social media

Hoste draws a distinction between an ordinary letter (gewone brief) and an open letter (open brief):

  • Ordinary letter: sent once and cannot be revised.
  • Open letter: can be rewritten and resent as many times as needed.

On today’s social media platforms such as X (formerly Twitter), Facebook, and Instagram, posts (tweets or updates) can be easily edited or deleted, and reposted when necessary. This closely aligns with the characteristics of the “open letter” described by Hoste.


2. Who “edits”? —Rewriting information on social media

One of Hoste’s main criticisms was that his “open letter” was edited without his consent and that even his rebuttal was not published. This poses a serious issue for anyone trying to communicate publicly.
On social media, if a post causes misunderstanding, it can be edited or deleted—but this gives rise to new problems:

  • Platform intervention: algorithms or regulations may remove posts or add fact-checks.
  • Spread via comments or replies: counterarguments are ignored, or the message spreads in ways contrary to the author’s intent.
  • Screenshot culture: even deleted or edited posts often remain in circulation via screenshots, frequently misrepresenting the original context.

While Hoste pointed to manipulation risks in a limited newspaper environment, modern social media introduces new layers of control: editing, amplification, and censorship.


3.
What it means to be “modern” — diversity in the age of social media

Hoste stated that “to be modern” is to accept a diversity of opinions.
However, while he maintained that De Stijl’s vision was not the only truth, he refused to sign the Manifesto for religious reasons, which sparked controversy.
On social media, we also find:

  • those advocating for diverse perspectives
  • those insisting only one opinion is valid

For example, when groups with opposing views clash over social issues, one side may be labeled as “misinformation,” while the other spreads extreme views under the banner of “freedom of expression.”
Hoste emphasized that modernity means having a broad perspective, but social media algorithms often show users only content that aligns with their preferences, reducing exposure to different viewpoints — the so-called echo chamber effect.


4. New issues with “open briefs” in the age of social media

In Hoste’s time, the “open letter” was a means of communication, yet it was controlled by media editors and selective publication.
On social media, freedom of expression has greatly increased—but new problems have emerged:

  • Posts are shared out of context, leading to misunderstandings
  • Old posts are dug up and criticized, regardless of the original intent (online backlash)
  • Platform algorithms limit who sees what content (filter bubbles)

These issues represent new challenges for the contemporary “open letter.”


(Conclusion): Is the modern “open brief” really free?

In Hoste’s time, the issue was media manipulation and editorial control. Today, social media offers far greater freedom of expression, but it brings new challenges:

  • Irreversible dissemination via algorithms and screenshot culture
  • Difficulty in receiving opposing or alternative views (echo chamber effect)
  • Old posts shaping future reputations (digital permanence)

From Hoste’s perspective, social media has massively expanded the potential of the “open letter,” but whether it truly fosters free and open debate is a question that deserves renewed reflection.


Antwoord op een open brief

HUIB HOSTE
1918
Antwoord op een open brief_NL – Original Text

Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en ‘t is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil.
En inderdaad, thuis gekomen vond ik in De Stijl een nieuwe en veranderde uitgave van de open brief mij door de heer Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer gestuurd; mijn antwoord is er niet bij overgedrukt, het bestaan van dit antwoord wordt zelfs niet vermeld. Zijn dit de journalistieke zeden van onze tijd?
Maar ik wil mij tot de inhoud van de open brief bepalen en beginnen met vast te stellen dat het mij bijzonder onkies lijkt dingen te beweren waar men niets over weet. Volgens Van Doesburg zou ik in De Stijl, opzettelijk mijn godsdienstige gevoelens verzwegen hebben, en daarom boete gedaan in de Nieuwe Amsterdammer. Nu, daar is niet het eerste woord van waar; ik heb er geen ogenblik aan gedacht mijn godsdienstige overtuiging voor de dag te halen toen ik in De Stijl gewoonweg over architectuur in het algemeen ging schrijven; ik kan ook niet denken welk nut dit zou kunnen hebben. Heel anders is het ermee gelegen wanneer men schrijft om af te kammen wat men onder de naam van kunst in sommige Roomse kerken opstelt; begint men met te verklaren dat men zelf Rooms is, dan weerlegt men ineens al die beweert dat men uit godsdienst-sektarisme aanvalt. Dit heb ik meer dan eens in De Telegraaf, nu ook in de N. Amsterdammer gedaan. Ik kan er niet bij hoe dit ‘boete doen’ is! Architectuur gebruikt als middelen abstracte vormen; waar er nu een blad was, De Stijl, dat als uitdrukkingsmiddelen voor schilder-beeldhouwkunst enz. abstracte vormen eiste, heb ik gemeend in de lezers ervan een gevoelig publiek te vinden voor enkele mijner gedachten over architectuur. Ik heb daarenboven meermalen het bestaansrecht der abstract schilderkunst enz. verdedigd, maar ben niet overtuigd dat dit de enige weg is welke de kunst bewandelen kan om het goede doel te bereiken; dit heb ik persoonlijk meer dan eens aan V.D. gezegd, en toch heeft hij mijn artikel in De Stijl opgenomen. Ik ken een medewerker aan dit blad die mijn gedachten daaromtrent deelt en die tot dusver nog niet beschuldigd werd van ‘tweemondigheid’. Waarom niet? De Stijl moet een manifest uitgeven dat mij ter ondertekening toegestuurd werd; daar er in dit factum oorlog verklaard wordt aan allen godsdienst, heb ik het niet ondertekend, en V.D. geschreven waarom, en toen zijn de poppen aan ‘t dansen gegaan. En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf!
Er wordt mij dus o.m. verweten dat ik dingen schrijf die met de rede niet te controleren zijn. Ik dank om de zuivere rede, en ben evenzeer gekant tegen hen die met de zuivere rede, als tegen hen die met het zuiver gevoel schermen. Was ik het eens met de mannen der zuivere rede, nog ware het m.i. geen tweemondigheid te laten zien hoe de evolutie die zich voordoet in het werk van Cezanne, van Gogh, Picasso en andere voormannen en die tot de abstract schilderkunst kan leiden, nu ook merkbaar is bij kunstenaars van minder gehalte, kunstenaars die door hun opvoeding en omgeving nog gedeeltelijk in het oudere staan en die nu op hun beurt willen doormaken hetgeen de voormannen hun voorgedaan hebben. Het is nooit gebeurd dat één enkele bewijsvoering overtuigend was voor de hele massa. Daarom zijn alle goede pogingen naar waarde te schatten, en ik ben niet alleen om dit dan ook werkelijk te doen: op de laatste tentoonstelling van beeldhouwwerk in de Haagse Kunstkring ontmoette ik een medewerker aan De Stijl die mij verklaarde het aanwezige werk van J. Rädecker heel mooi te vinden; een andere medewerker trok ‘s anderendaags mijn aandacht op het werk van J. van Lunteren, dat hij zeer waarderen kon. Deze beelden zijn niet abstract; het werk van Archipenko, in De Stijl verheerlijkt, is het evenmin, alle goede pogingen zijn te waarderen.
Het verschil ligt alleen in den godsdienst van hem die dergelijke kunst kan goedvinden: is hij Rooms dan wordt hem direct een tweede mond toegediend, zo niet blijft hij gewoon, wat de mond en de Ikariotherie betreft.
(Waarom werd o.m. dit mooie woord in De Stijl-uitgaaf van de open brief niet toegelaten). Dit is het bijzonderste dat ik hier meen te moeten schrijven. Toch kan ik niet eindigen zonder op het volgende te wijzen : V.D. zegt mij “‘gezien mijn gehele houding tegenover de moderne beeldende kunst’ (in dit land, stond er in de N.A. bij) een dogmatische barok-opvatting toe. Hoe kon hij in zijn blad proza van een dergelijk man opnemen, hoe kon hij hem als een der weinige uitverkorenen aanzien aan wie het manifest van De Stijl mocht toegezonden worden ? Mijn rede is vermoedelijk niet zuiver genoeg om dit te snappen.

Huib Hoste
Antwoordd op een open brief” 1918

「公開書簡への返答」_JP

ある友人が私に言った。「ふつうの手紙は送ってしまえば、それで終わりだが、公開書簡というのは手元に残しておいて、何度でも書き直して、好きなときに送り出すことができる」と。
そして実際、家に戻ってみると、私は《De Stijl》誌において、かのTh.ファン・ドゥースブルフ氏から《De Nieuwe Amsterdammer》に送られてきた公開書簡の、新たな、しかも修正された版を目にした。だが、私の返答は再録されていなかった――いや、返答が存在していたということすら、ひとことも言及されていない。これが我々の時代におけるジャーナリズムの倫理なのだろうか?

それはさておき、私はこの公開書簡の内容に話を絞りたいと思う。そしてまず確認しておきたいのは、自ら知らないことについて何かを主張するのは、きわめて不作法なことだという点である。
ファン・ドゥースブルフによれば、私は《De Stijl》において、意図的に自らの宗教的感情を伏せたという。そしてその償いを《Nieuwe Amsterdammer》で行った、というのだ。だが、これはまったくの虚偽である。《De Stijl》において、私は建築一般について何気なく書いていたのであって、自分の宗教的信念を披露しようなどとは、一瞬たりとも考えたことはなかったし、そもそも、そうすることに何の意味があるのか、私にはまるでわからない。

だが、状況は異なる。あるローマ・カトリック教会に設置された「芸術」と称するものを批判しようとするならば、まず自らがカトリックであることを明らかにしておく必要がある。そうすることで、自分の批判が宗派的立場に基づく攻撃ではないということが、即座に証明されるからである。私はこれを《De Telegraaf》紙上で、そして《Nieuwe Amsterdammer》でも行ってきた。
これのどこが「償い」なのだろうか? 私にはまったく理解できない。

建築は、その手段として抽象的な形態を用いる。《De Stijl》は、絵画や彫刻その他において、表現の手段として抽象形態を要求する雑誌だった。だから私は、その読者のなかに、私の建築に関するある種の考えに感受性のある読者を見出せるのではないかと考えたのだった。
さらに私は、これまで何度も抽象絵画の存在意義を擁護してきた。だが私は、抽象こそが芸術の進むべき唯一の道であるとは、未だに確信していない。このことは、私は個人的にファン・ドゥースブルフに何度も伝えている。それでも彼は、私の論考を《De Stijl》誌に掲載してくれたのだった。
私はこの雑誌に寄稿するある人物を知っているが、彼もまた私と同様の考えを抱いている。それでも、彼はこれまで一度たりとも「二枚舌」とは非難されていない。なぜなのか?

《De Stijl》は、私に署名を求めてきたマニフェストを発表する予定だった。だがその文面では、あらゆる宗教に対して戦争が宣言されていたため、私は署名を拒否した。そしてその理由をファン・ドゥースブルフに書き送った――すると、事態は騒がしくなり始めた。
私はずっと、モダンであるということは、広い視野を持つということであり、自分と異なる意見を他者が持ち得るということを受け入れる能力のことだと、そう信じてきたのだが。

私への非難のひとつは、「理性によって検証できないことを書く」というものである。
だが私は「純粋理性」に感謝しつつも、それに全面的に賛成する者たちにも、また「純粋感情」を盾にする者たちにも、等しく反対する立場にいる。
たとえ私が「純粋理性」の側の人々と意見を同じくしたとしても、なお私は、セザンヌ、ゴッホ、ピカソその他の先駆者たちの作品において生じた進化――それが抽象絵画へと至るものであったとしても――が、今やそれほど卓越していない作家たちにも見出せるようになったということを示すこと、それ自体が「二枚舌」だとは思わない。
そのような作家たちは、自らの育ちや環境においていまだ古い枠組みに部分的に属しているものの、先駆者たちが辿った道筋を、自分たちもまた歩もうとしている。
ひとつの論証だけで大衆すべてを説得することなど、これまで一度としてなかった。だからこそ、あらゆる誠実な試みは、その価値に応じて評価されるべきである。
私はこの姿勢を、実際に実行している者のひとりである。そして私はそれを実感した。《Haagse Kunstkring(ハーグ芸術サークル)》で開催された彫刻展において、私は《De Stijl》の寄稿者と出会った。彼は、展示されていたJ.レーデッケルの作品がとても美しいと語った。また、別の寄稿者は翌日、J.ファン・ルンテレンの作品に注意を向けるよう私に語った。それを彼は大いに評価していた。
だが、これらの彫刻は抽象ではない。《De Stijl》で称賛されたアルヒペンコの作品でさえ、抽象とは言えない。
すべての真摯な試みは、等しく評価されるべきなのである。

違いはただひとつ――そのような芸術を良しとする者の宗教にある。
それがカトリックであれば、その者には即座に「二枚舌」が貼られる。そうでなければ、口とイカリオセリー(怒りの言説?)に関しては、ふつうのままにされる。

(なお、なぜかこの美しい語「イカリオセリー」は、《De Stijl》誌の公開書簡版では削除されていた。)

以上が、私がここで書くべきと考える主たることである。
しかし、最後にもう一点、言わずにはいられない。ファン・ドゥースブルフはこう私に言うのだ――「君のこの国における現代美術に対する全体的な姿勢を考慮すると、君にはドグマ的なバロック的見解がある」と。
だが、どうしてそんな人物の散文を、自らの雑誌に掲載できたのか? どうしてそのような人物を、《De Stijl》のマニフェストを送ることを許された、選ばれた少数のひとりと見なすことができたのか?
おそらく私の理性は、彼の望むほどには「純粋」ではないのだろう。

Huib Hoste
「公開書簡への返答」 1918年
Antwoordd op een open brief” 1918

Réponse à une lettre ouverte_FR

Une lettre ordinaire, m’a dit un ami, on l’envoie et c’est terminé, tandis qu’une lettre ouverte, on la garde sur soi, et on peut la modifier et la renvoyer aussi souvent qu’on le souhaite.
Et en effet, de retour chez moi, je trouvai dans De Stijl une nouvelle version, modifiée, de la lettre ouverte que Monsieur Th. van Doesburg m’avait adressée dans De Nieuwe Amsterdammer. Ma réponse n’y était pas reproduite ; l’existence même de cette réponse n’était même pas mentionnée. Serait-ce là la morale journalistique de notre époque ?

Mais je veux m’en tenir au contenu de cette lettre ouverte, et commencer par constater qu’il me paraît particulièrement déplacé d’affirmer des choses sur des sujets que l’on ne connaît pas.
Selon Van Doesburg, j’aurais, dans De Stijl, délibérément passé sous silence mes sentiments religieux, pour ensuite faire pénitence dans De Nieuwe Amsterdammer.
Or cela est entièrement faux. Je n’ai à aucun moment songé à exposer mes convictions religieuses lorsque j’écrivais dans De Stijl de manière tout à fait générale à propos d’architecture ; je ne vois d’ailleurs aucunement en quoi cela aurait pu être utile.
Il en va tout autrement lorsqu’on écrit dans l’intention de dénoncer ce que certains appellent art dans certaines églises catholiques romaines : si l’on commence par déclarer qu’on est soi-même catholique, alors cela réfute d’emblée ceux qui prétendent que votre critique découle d’un sectarisme religieux.
C’est ce que j’ai fait plus d’une fois dans De Telegraaf, et maintenant aussi dans De Nieuwe Amsterdammer. Je ne comprends pas en quoi cela consisterait à « faire pénitence » !

L’architecture utilise, comme moyens d’expression, des formes abstraites. Il existait un périodique, De Stijl, qui exigeait des formes abstraites comme langage pour la peinture, la sculpture, etc. J’ai pensé y trouver un lectorat sensible à quelques-unes de mes réflexions sur l’architecture.
De plus, j’ai défendu à plusieurs reprises la légitimité de l’art pictural abstrait. Mais je ne suis pas convaincu que ce soit la seule voie que l’art puisse suivre pour atteindre ses fins.
Je l’ai dit personnellement à Van Doesburg à plusieurs reprises, et pourtant, il a publié mon article dans De Stijl.
Je connais un collaborateur de cette revue qui partage mon opinion à ce sujet, et qui jusqu’à présent n’a pas été accusé de « duplicité ». Pourquoi donc ?

De Stijl projette de publier un manifeste, qu’on m’a envoyé pour signature. Comme ce texte déclarait la guerre à toute forme de religion, je ne l’ai pas signé, et j’ai écrit à Van Doesburg pour lui en expliquer la raison. Et c’est alors que tout a commencé à s’agiter.
Moi qui ai toujours cru que, pour être moderne, il fallait avoir l’esprit large, et être capable d’admettre qu’un autre puisse juger autrement que soi !

On me reproche donc, entre autres, d’écrire des choses qui ne peuvent être contrôlées par la raison.
Je rends grâce à la raison pure, et je m’oppose autant à ceux qui s’en réclament exclusivement, qu’à ceux qui brandissent uniquement le sentiment pur.
Même si j’étais d’accord avec les hommes de la raison pure, il ne me semblerait pas pour autant contradictoire de montrer que l’évolution perceptible dans les œuvres de Cézanne, Van Gogh, Picasso et d’autres précurseurs – une évolution pouvant mener à l’art abstrait – est maintenant aussi observable chez des artistes de moindre envergure, artistes qui, par leur éducation et leur milieu, appartiennent encore en partie à l’ancien monde, mais qui veulent à leur tour traverser le même chemin que les pionniers leur ont tracé.
Jamais une seule démonstration n’a suffi à convaincre la totalité des masses.
C’est pourquoi toute tentative sincère mérite d’être estimée à sa juste valeur.
Et je ne suis pas le seul à le faire : lors de la dernière exposition de sculpture au Haagse Kunstkring, j’ai rencontré un collaborateur de De Stijl qui m’a dit trouver les œuvres présentes de J. Rädecker très belles ; un autre collaborateur attira le lendemain mon attention sur le travail de J. van Lunteren, qu’il disait beaucoup apprécier.
Or, ces sculptures ne sont pas abstraites. Les œuvres d’Archipenko, pourtant glorifiées dans De Stijl, ne le sont pas davantage.
Toutes les bonnes tentatives méritent d’être reconnues.

La différence réside uniquement dans la religion de celui qui peut estimer un tel art : s’il est catholique, on lui accole aussitôt une seconde bouche, sinon il reste tel quel, en ce qui concerne sa parole et son Ikariotherie.
(Pourquoi, d’ailleurs, ce si beau mot n’a-t-il pas été retenu dans la version De Stijl de la lettre ouverte ?)

Voilà ce que je considère comme l’essentiel à écrire ici.
Mais je ne puis conclure sans relever ce qui suit :
Van Doesburg me dit que, « vu toute mon attitude à l’égard de l’art plastique moderne (dans ce pays, était-il ajouté dans De Nieuwe Amsterdammer), je tends à une conception baroque et dogmatique ».
Comment a-t-il pu alors publier dans sa revue la prose d’un tel homme ? Comment a-t-il pu le compter parmi les rares élus à qui le manifeste de De Stijl devait être envoyé ?
Ma raison, sans doute, n’est pas assez pure pour comprendre cela.

Huib Hoste
Réponse à une lettre ouverte, 1918
Antwoordd op een open brief” 1918

“Reply to an Open Letter”_EN

A regular letter, a friend once told me, is something you send off and it’s over with, whereas an open letter is something you keep with you—you can revise it and send it out again as often as you like.
And indeed, when I returned home, I found in De Stijl a new and altered version of the open letter sent to me by Mr. Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer. My response was not reprinted alongside it; in fact, the very existence of that response was not even mentioned. Is this what we now call journalistic ethics?

But I would like to confine myself to the content of the open letter, and begin by stating that it seems to me highly improper to make claims about things one knows nothing about.
According to Van Doesburg, I had intentionally concealed my religious feelings in De Stijl, and had thus made atonement in De Nieuwe Amsterdammer.
Well, not a word of that is true. I did not, even for a moment, consider bringing up my religious convictions when I was writing in De Stijl—I was simply writing about architecture in general; and I fail to see what purpose such disclosure would have served.

It is quite a different matter when one writes in order to critique what is presented under the name of art in certain Roman Catholic churches: if one begins by stating that one is Catholic, one immediately disarms any accusation that the critique is driven by sectarian religious motives.
I have done this more than once in De Telegraaf, and now also in De Nieuwe Amsterdammer.
How this constitutes “atonement” is beyond my understanding.

Architecture employs abstract forms as its means.
Since De Stijl was a journal that advocated abstract forms as the means of expression for painting, sculpture, and so on, I assumed its readers might be a receptive audience for some of my thoughts on architecture.
Moreover, I have repeatedly defended the right of abstract painting to exist. But I am not convinced that it is the only path art can take toward its true goals.
I have told Van Doesburg this personally, more than once, and yet he published my article in De Stijl.
I know a contributor to the journal who shares my views on this matter, and who, until now, has not been accused of “speaking out of both sides of his mouth.” Why not?

De Stijl is preparing to issue a manifesto, which was sent to me for signature.
As this document declares war on all religion, I did not sign it, and I wrote to Van Doesburg explaining why. And that, it seems, was the beginning of all the commotion.
And to think—I always believed that to be modern meant having broad-minded thoughts, and being able to accept that another might judge differently than oneself!

Among other things, I am thus reproached for writing things that cannot be verified by reason.
I am grateful for pure reason, and I oppose those who rely on it exclusively just as much as I oppose those who lean only on pure feeling.
Even if I agreed with the men of pure reason, I do not believe it would be a case of double-speak to point out that the evolution one observes in the work of Cézanne, Van Gogh, Picasso, and other pioneers—which may well lead to abstract painting—is now also becoming apparent among artists of lesser stature, artists who, owing to their upbringing and environment, still partly belong to the old order, but who are now, in their own way, attempting to undergo the same transformation that the pioneers once enacted.

There has never been a single line of reasoning that could convince the entire public.
That is why all sincere efforts are to be appreciated for what they are.
And I am not alone in doing so: at the last sculpture exhibition at the Haagse Kunstkring, I encountered a contributor to De Stijl who told me he found the exhibited work of J. Rädecker very beautiful; another contributor drew my attention the next day to the work of J. van Lunteren, which he greatly admired.
These sculptures are not abstract. The work of Archipenko, praised in De Stijl, is not abstract either.
All genuine efforts deserve appreciation.

The difference lies solely in the religion of the one who can appreciate such art: if he is Catholic, he is immediately said to speak with a double tongue; if not, he remains what he is, at least in terms of his speech and his Ikariotherie (wrathful discourse?).
(Why, by the way, was this beautiful word not allowed to appear in De Stijl’s version of the open letter?)

This, I believe, is the most important thing I needed to write here.
And yet I cannot conclude without pointing out the following:
Van Doesburg tells me that “given my general attitude toward modern visual art (in this country, as it was phrased in De Nieuwe Amsterdammer), I lean toward a dogmatic, baroque view.”
How then could he have published in his journal the prose of such a man?
How could he have regarded him as one of the chosen few to whom De Stijl’s manifesto was to be sent?
My reason, apparently, is not pure enough to comprehend that.

Huib Hoste
“Reply to an Open Letter” (1918)
Antwoordd op een open brief” 1918

J’accuse…!
Open brief uit 1966 over de Vrijmaking in 1944

De Open brief uit 1966 over de Vrijmaking in 1944[1][2] is een open brief die in 1966 werd geschreven door, onder anderen, Berend Schoep.[3] Deze gebeurtenis leidde in 1967 tot een scheuring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in kerken ‘binnen verband’ en kerken ‘buiten verband‘. Uit die laatste zijn naderhand de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstaan.

Binnen de gereformeerde wereld in Nederland kwam deze brief bekend te staan onder de naam ‘Open Brief’.

NL- Original Text
1918
Antwoord op een open brief
Een gewone brief, zo zei mij een vriend, stuur je weg en 't is afgelopen, terwijl je een open brief bij je houdt en zo dikwijls kunt veranderen en opsturen als je maar wil.
En inderdaad, thuis gekomen vond ik in De Stijl een nieuwe en veranderde uitgave van de open brief mij door de heer Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer gestuurd; mijn antwoord is er niet bij overgedrukt, het bestaan van dit antwoord wordt zelfs niet vermeld. Zijn dit de journalistieke zeden van onze tijd?
Maar ik wil mij tot de inhoud van de open brief bepalen en beginnen met vast te stellen dat het mij bijzonder onkies lijkt dingen te beweren waar men niets over weet. Volgens Van Doesburg zou ik in De Stijl, opzettelijk mijn godsdienstige gevoelens verzwegen hebben, en daarom boete gedaan in de Nieuwe Amsterdammer. Nu, daar is niet het eerste woord van waar; ik heb er geen ogenblik aan gedacht mijn godsdienstige overtuiging voor de dag te halen toen ik in De Stijl gewoonweg over architectuur in het algemeen ging schrijven; ik kan ook niet denken welk nut dit zou kunnen hebben. Heel anders is het ermee gelegen wanneer men schrijft om af te kammen wat men onder de naam van kunst in sommige Roomse kerken opstelt; begint men met te verklaren dat men zelf Rooms is, dan weerlegt men ineens al die beweert dat men uit godsdienst-sektarisme aanvalt. Dit heb ik meer dan eens in De Telegraaf, nu ook in de N. Amsterdammer gedaan. Ik kan er niet bij hoe dit 'boete doen' is! Architectuur gebruikt als middelen abstracte vormen; waar er nu een blad was, De Stijl, dat als uitdrukkingsmiddelen voor schilder-beeldhouwkunst enz. abstracte vormen eiste, heb ik gemeend in de lezers ervan een gevoelig publiek te vinden voor enkele mijner gedachten over architectuur. Ik heb daarenboven meermalen het bestaansrecht der abstract schilderkunst enz. verdedigd, maar ben niet overtuigd dat dit de enige weg is welke de kunst bewandelen kan om het goede doel te bereiken; dit heb ik persoonlijk meer dan eens aan V.D. gezegd, en toch heeft hij mijn artikel in De Stijl opgenomen. Ik ken een medewerker aan dit blad die mijn gedachten daaromtrent deelt en die tot dusver nog niet beschuldigd werd van 'tweemondigheid'. Waarom niet? De Stijl moet een manifest uitgeven dat mij ter ondertekening toegestuurd werd; daar er in dit factum oorlog verklaard wordt aan allen godsdienst, heb ik het niet ondertekend, en V.D. geschreven waarom, en toen zijn de poppen aan 't dansen gegaan. En ik die altijd dacht dat men, om modern te zijn moest ruime gedachten hebben en kunnen aannemen dat een ander anders kan oordelen dan gij zelf!
Er wordt mij dus o.m. verweten dat ik dingen schrijf die met de rede niet te controleren zijn. Ik dank om de zuivere rede, en ben evenzeer gekant tegen hen die met de zuivere rede, als tegen hen die met het zuiver gevoel schermen. Was ik het eens met de mannen der zuivere rede, nog ware het m.i. geen tweemondigheid te laten zien hoe de evolutie die zich voordoet in het werk van Cezanne, van Gogh, Picasso en andere voormannen en die tot de abstract schilderkunst kan leiden, nu ook merkbaar is bij kunstenaars van minder gehalte, kunstenaars die door hun opvoeding en omgeving nog gedeeltelijk in het oudere staan en die nu op hun beurt willen doormaken hetgeen de voormannen hun voorgedaan hebben. Het is nooit gebeurd dat één enkele bewijsvoering overtuigend was voor de hele massa. Daarom zijn alle goede pogingen naar waarde te schatten, en ik ben niet alleen om dit dan ook werkelijk te doen: op de laatste tentoonstelling van beeldhouwwerk in de Haagse Kunstkring ontmoette ik een medewerker aan De Stijl die mij verklaarde het aanwezige werk van J. Rädecker heel mooi te vinden; een andere medewerker trok 's anderendaags mijn aandacht op het werk van J. van Lunteren, dat hij zeer waarderen kon. Deze beelden zijn niet abstract; het werk van Archipenko, in De Stijl verheerlijkt, is het evenmin, alle goede pogingen zijn te waarderen.
Het verschil ligt alleen in den godsdienst van hem die dergelijke kunst kan goedvinden: is hij Rooms dan wordt hem direct een tweede mond toegediend, zo niet blijft hij gewoon, wat de mond en de Ikariotherie betreft.
(Waarom werd o.m. dit mooie woord in De Stijl-uitgaaf van de open brief niet toegelaten). Dit is het bijzonderste dat ik hier meen te moeten schrijven. Toch kan ik niet eindigen zonder op het volgende te wijzen : V.D. zegt mij "'gezien mijn gehele houding tegenover de moderne beeldende kunst' (in dit land, stond er in de N.A. bij) een dogmatische barok-opvatting toe. Hoe kon hij in zijn blad proza van een dergelijk man opnemen, hoe kon hij hem als een der weinige uitverkorenen aanzien aan wie het manifest van De Stijl mocht toegezonden worden ? Mijn rede is vermoedelijk niet zuiver genoeg om dit te snappen.

Huib Hoste
"Antwoordd op een open brief" 1918
JP
1918
「公開書簡への返答」
ある友人が私に言った。「ふつうの手紙は送ってしまえば、それで終わりだが、公開書簡というのは手元に残しておいて、何度でも書き直して、好きなときに送り出すことができる」と。
そして実際、家に戻ってみると、私は《De Stijl》誌において、かのTh.ファン・ドゥースブルフ氏から《De Nieuwe Amsterdammer》に送られてきた公開書簡の、新たな、しかも修正された版を目にした。だが、私の返答は再録されていなかった――いや、返答が存在していたということすら、ひとことも言及されていない。これが我々の時代におけるジャーナリズムの倫理なのだろうか?

それはさておき、私はこの公開書簡の内容に話を絞りたいと思う。そしてまず確認しておきたいのは、自ら知らないことについて何かを主張するのは、きわめて不作法なことだという点である。
ファン・ドゥースブルフによれば、私は《De Stijl》において、意図的に自らの宗教的感情を伏せたという。そしてその償いを《Nieuwe Amsterdammer》で行った、というのだ。だが、これはまったくの虚偽である。《De Stijl》において、私は建築一般について何気なく書いていたのであって、自分の宗教的信念を披露しようなどとは、一瞬たりとも考えたことはなかったし、そもそも、そうすることに何の意味があるのか、私にはまるでわからない。

だが、状況は異なる。あるローマ・カトリック教会に設置された「芸術」と称するものを批判しようとするならば、まず自らがカトリックであることを明らかにしておく必要がある。そうすることで、自分の批判が宗派的立場に基づく攻撃ではないということが、即座に証明されるからである。私はこれを《De Telegraaf》紙上で、そして《Nieuwe Amsterdammer》でも行ってきた。
これのどこが「償い」なのだろうか? 私にはまったく理解できない。

建築は、その手段として抽象的な形態を用いる。《De Stijl》は、絵画や彫刻その他において、表現の手段として抽象形態を要求する雑誌だった。だから私は、その読者のなかに、私の建築に関するある種の考えに感受性のある読者を見出せるのではないかと考えたのだった。
さらに私は、これまで何度も抽象絵画の存在意義を擁護してきた。だが私は、抽象こそが芸術の進むべき唯一の道であるとは、未だに確信していない。このことは、私は個人的にファン・ドゥースブルフに何度も伝えている。それでも彼は、私の論考を《De Stijl》誌に掲載してくれたのだった。
私はこの雑誌に寄稿するある人物を知っているが、彼もまた私と同様の考えを抱いている。それでも、彼はこれまで一度たりとも「二枚舌」とは非難されていない。なぜなのか?

《De Stijl》は、私に署名を求めてきたマニフェストを発表する予定だった。だがその文面では、あらゆる宗教に対して戦争が宣言されていたため、私は署名を拒否した。そしてその理由をファン・ドゥースブルフに書き送った――すると、事態は騒がしくなり始めた。
私はずっと、モダンであるということは、広い視野を持つということであり、自分と異なる意見を他者が持ち得るということを受け入れる能力のことだと、そう信じてきたのだが。

私への非難のひとつは、「理性によって検証できないことを書く」というものである。
だが私は「純粋理性」に感謝しつつも、それに全面的に賛成する者たちにも、また「純粋感情」を盾にする者たちにも、等しく反対する立場にいる。
たとえ私が「純粋理性」の側の人々と意見を同じくしたとしても、なお私は、セザンヌ、ゴッホ、ピカソその他の先駆者たちの作品において生じた進化――それが抽象絵画へと至るものであったとしても――が、今やそれほど卓越していない作家たちにも見出せるようになったということを示すこと、それ自体が「二枚舌」だとは思わない。
そのような作家たちは、自らの育ちや環境においていまだ古い枠組みに部分的に属しているものの、先駆者たちが辿った道筋を、自分たちもまた歩もうとしている。
ひとつの論証だけで大衆すべてを説得することなど、これまで一度としてなかった。だからこそ、あらゆる誠実な試みは、その価値に応じて評価されるべきである。
私はこの姿勢を、実際に実行している者のひとりである。そして私はそれを実感した。《Haagse Kunstkring(ハーグ芸術サークル)》で開催された彫刻展において、私は《De Stijl》の寄稿者と出会った。彼は、展示されていたJ.レーデッケルの作品がとても美しいと語った。また、別の寄稿者は翌日、J.ファン・ルンテレンの作品に注意を向けるよう私に語った。それを彼は大いに評価していた。
だが、これらの彫刻は抽象ではない。《De Stijl》で称賛されたアルヒペンコの作品でさえ、抽象とは言えない。
すべての真摯な試みは、等しく評価されるべきなのである。

違いはただひとつ――そのような芸術を良しとする者の宗教にある。
それがカトリックであれば、その者には即座に「二枚舌」が貼られる。そうでなければ、口とイカリオセリー(怒りの言説?)に関しては、ふつうのままにされる。

(なお、なぜかこの美しい語「イカリオセリー」は、《De Stijl》誌の公開書簡版では削除されていた。)

以上が、私がここで書くべきと考える主たることである。
しかし、最後にもう一点、言わずにはいられない。ファン・ドゥースブルフはこう私に言うのだ――「君のこの国における現代美術に対する全体的な姿勢を考慮すると、君にはドグマ的なバロック的見解がある」と。
だが、どうしてそんな人物の散文を、自らの雑誌に掲載できたのか? どうしてそのような人物を、《De Stijl》のマニフェストを送ることを許された、選ばれた少数のひとりと見なすことができたのか?
おそらく私の理性は、彼の望むほどには「純粋」ではないのだろう。

フイプ・ホステ
「公開書簡への返答」 1918年
FR
1918
Réponse à une lettre ouverte
Une lettre ordinaire, m’a dit un ami, on l’envoie et c’est terminé, tandis qu’une lettre ouverte, on la garde sur soi, et on peut la modifier et la renvoyer aussi souvent qu’on le souhaite.
Et en effet, de retour chez moi, je trouvai dans De Stijl une nouvelle version, modifiée, de la lettre ouverte que Monsieur Th. van Doesburg m’avait adressée dans De Nieuwe Amsterdammer. Ma réponse n’y était pas reproduite ; l’existence même de cette réponse n’était même pas mentionnée. Serait-ce là la morale journalistique de notre époque ?

Mais je veux m’en tenir au contenu de cette lettre ouverte, et commencer par constater qu’il me paraît particulièrement déplacé d’affirmer des choses sur des sujets que l’on ne connaît pas.
Selon Van Doesburg, j’aurais, dans De Stijl, délibérément passé sous silence mes sentiments religieux, pour ensuite faire pénitence dans De Nieuwe Amsterdammer.
Or cela est entièrement faux. Je n’ai à aucun moment songé à exposer mes convictions religieuses lorsque j’écrivais dans De Stijl de manière tout à fait générale à propos d’architecture ; je ne vois d’ailleurs aucunement en quoi cela aurait pu être utile.
Il en va tout autrement lorsqu’on écrit dans l’intention de dénoncer ce que certains appellent art dans certaines églises catholiques romaines : si l’on commence par déclarer qu’on est soi-même catholique, alors cela réfute d’emblée ceux qui prétendent que votre critique découle d’un sectarisme religieux.
C’est ce que j’ai fait plus d’une fois dans De Telegraaf, et maintenant aussi dans De Nieuwe Amsterdammer. Je ne comprends pas en quoi cela consisterait à « faire pénitence » !

L’architecture utilise, comme moyens d’expression, des formes abstraites. Il existait un périodique, De Stijl, qui exigeait des formes abstraites comme langage pour la peinture, la sculpture, etc. J’ai pensé y trouver un lectorat sensible à quelques-unes de mes réflexions sur l’architecture.
De plus, j’ai défendu à plusieurs reprises la légitimité de l’art pictural abstrait. Mais je ne suis pas convaincu que ce soit la seule voie que l’art puisse suivre pour atteindre ses fins.
Je l’ai dit personnellement à Van Doesburg à plusieurs reprises, et pourtant, il a publié mon article dans De Stijl.
Je connais un collaborateur de cette revue qui partage mon opinion à ce sujet, et qui jusqu’à présent n’a pas été accusé de « duplicité ». Pourquoi donc ?

De Stijl projette de publier un manifeste, qu’on m’a envoyé pour signature. Comme ce texte déclarait la guerre à toute forme de religion, je ne l’ai pas signé, et j’ai écrit à Van Doesburg pour lui en expliquer la raison. Et c’est alors que tout a commencé à s’agiter.
Moi qui ai toujours cru que, pour être moderne, il fallait avoir l’esprit large, et être capable d’admettre qu’un autre puisse juger autrement que soi !

On me reproche donc, entre autres, d’écrire des choses qui ne peuvent être contrôlées par la raison.
Je rends grâce à la raison pure, et je m’oppose autant à ceux qui s’en réclament exclusivement, qu’à ceux qui brandissent uniquement le sentiment pur.
Même si j’étais d’accord avec les hommes de la raison pure, il ne me semblerait pas pour autant contradictoire de montrer que l’évolution perceptible dans les œuvres de Cézanne, Van Gogh, Picasso et d’autres précurseurs – une évolution pouvant mener à l’art abstrait – est maintenant aussi observable chez des artistes de moindre envergure, artistes qui, par leur éducation et leur milieu, appartiennent encore en partie à l’ancien monde, mais qui veulent à leur tour traverser le même chemin que les pionniers leur ont tracé.
Jamais une seule démonstration n’a suffi à convaincre la totalité des masses.
C’est pourquoi toute tentative sincère mérite d’être estimée à sa juste valeur.
Et je ne suis pas le seul à le faire : lors de la dernière exposition de sculpture au Haagse Kunstkring, j’ai rencontré un collaborateur de De Stijl qui m’a dit trouver les œuvres présentes de J. Rädecker très belles ; un autre collaborateur attira le lendemain mon attention sur le travail de J. van Lunteren, qu’il disait beaucoup apprécier.
Or, ces sculptures ne sont pas abstraites. Les œuvres d’Archipenko, pourtant glorifiées dans De Stijl, ne le sont pas davantage.
Toutes les bonnes tentatives méritent d’être reconnues.

La différence réside uniquement dans la religion de celui qui peut estimer un tel art : s’il est catholique, on lui accole aussitôt une seconde bouche, sinon il reste tel quel, en ce qui concerne sa parole et son Ikariotherie.
(Pourquoi, d’ailleurs, ce si beau mot n’a-t-il pas été retenu dans la version De Stijl de la lettre ouverte ?)

Voilà ce que je considère comme l’essentiel à écrire ici.
Mais je ne puis conclure sans relever ce qui suit :
Van Doesburg me dit que, « vu toute mon attitude à l’égard de l’art plastique moderne (dans ce pays, était-il ajouté dans De Nieuwe Amsterdammer), je tends à une conception baroque et dogmatique ».
Comment a-t-il pu alors publier dans sa revue la prose d’un tel homme ? Comment a-t-il pu le compter parmi les rares élus à qui le manifeste de De Stijl devait être envoyé ?
Ma raison, sans doute, n’est pas assez pure pour comprendre cela.

Huib Hoste
Réponse à une lettre ouverte, 1918
EN
1918
“Reply to an Open Letter”
A regular letter, a friend once told me, is something you send off and it’s over with, whereas an open letter is something you keep with you—you can revise it and send it out again as often as you like.
And indeed, when I returned home, I found in De Stijl a new and altered version of the open letter sent to me by Mr. Th. van Doesburg in De Nieuwe Amsterdammer. My response was not reprinted alongside it; in fact, the very existence of that response was not even mentioned. Is this what we now call journalistic ethics?

But I would like to confine myself to the content of the open letter, and begin by stating that it seems to me highly improper to make claims about things one knows nothing about.
According to Van Doesburg, I had intentionally concealed my religious feelings in De Stijl, and had thus made atonement in De Nieuwe Amsterdammer.
Well, not a word of that is true. I did not, even for a moment, consider bringing up my religious convictions when I was writing in De Stijl—I was simply writing about architecture in general; and I fail to see what purpose such disclosure would have served.

It is quite a different matter when one writes in order to critique what is presented under the name of art in certain Roman Catholic churches: if one begins by stating that one is Catholic, one immediately disarms any accusation that the critique is driven by sectarian religious motives.
I have done this more than once in De Telegraaf, and now also in De Nieuwe Amsterdammer.
How this constitutes “atonement” is beyond my understanding.

Architecture employs abstract forms as its means.
Since De Stijl was a journal that advocated abstract forms as the means of expression for painting, sculpture, and so on, I assumed its readers might be a receptive audience for some of my thoughts on architecture.
Moreover, I have repeatedly defended the right of abstract painting to exist. But I am not convinced that it is the only path art can take toward its true goals.
I have told Van Doesburg this personally, more than once, and yet he published my article in De Stijl.
I know a contributor to the journal who shares my views on this matter, and who, until now, has not been accused of “speaking out of both sides of his mouth.” Why not?

De Stijl is preparing to issue a manifesto, which was sent to me for signature.
As this document declares war on all religion, I did not sign it, and I wrote to Van Doesburg explaining why. And that, it seems, was the beginning of all the commotion.
And to think—I always believed that to be modern meant having broad-minded thoughts, and being able to accept that another might judge differently than oneself!

Among other things, I am thus reproached for writing things that cannot be verified by reason.
I am grateful for pure reason, and I oppose those who rely on it exclusively just as much as I oppose those who lean only on pure feeling.
Even if I agreed with the men of pure reason, I do not believe it would be a case of double-speak to point out that the evolution one observes in the work of Cézanne, Van Gogh, Picasso, and other pioneers—which may well lead to abstract painting—is now also becoming apparent among artists of lesser stature, artists who, owing to their upbringing and environment, still partly belong to the old order, but who are now, in their own way, attempting to undergo the same transformation that the pioneers once enacted.

There has never been a single line of reasoning that could convince the entire public.
That is why all sincere efforts are to be appreciated for what they are.
And I am not alone in doing so: at the last sculpture exhibition at the Haagse Kunstkring, I encountered a contributor to De Stijl who told me he found the exhibited work of J. Rädecker very beautiful; another contributor drew my attention the next day to the work of J. van Lunteren, which he greatly admired.
These sculptures are not abstract. The work of Archipenko, praised in De Stijl, is not abstract either.
All genuine efforts deserve appreciation.

The difference lies solely in the religion of the one who can appreciate such art: if he is Catholic, he is immediately said to speak with a double tongue; if not, he remains what he is, at least in terms of his speech and his Ikariotherie (wrathful discourse?).
(Why, by the way, was this beautiful word not allowed to appear in De Stijl’s version of the open letter?)

This, I believe, is the most important thing I needed to write here.
And yet I cannot conclude without pointing out the following:
Van Doesburg tells me that “given my general attitude toward modern visual art (in this country, as it was phrased in De Nieuwe Amsterdammer), I lean toward a dogmatic, baroque view.”
How then could he have published in his journal the prose of such a man?
How could he have regarded him as one of the chosen few to whom De Stijl’s manifesto was to be sent?
My reason, apparently, is not pure enough to comprehend that.

Huib Hoste
“Reply to an Open Letter” (1918)